Zijn broer... Op dezelfde manier had William Caxton een soortgelijk netwerk opgebouwd, waarin bijvoorbeeld de Brugse drukker Collard Mansion figureerde. Caxton en Leeu moeten in ieder geval in relatie tot elkaar gestaan hebben. Maar of het eerste contact al in 1475 is gelegd, toen Caxton in Gouda was, zullen we nooit weten. In ieder geval heeft Caxton minstens één uitgave van Leeu in het Engels vertaald, namelijk The History of Reynard the Fox (Westminster 1481), dat een Engelse vertaling is van Leeus Historie van Reynaert die vos (Gouda 1479). Het fonds van Caxton en dat van Leeu vertonen overigens veel overeenkomsten, waarbij Caxton meestal de primeur had. Een zekere Claes Gerrits neemt in 1484, als Gerard naar Antwerpen verhuisd is, de huur van beide huizen over.29 Het huis op de Raam laat deze Claes vervolgens vallen, maar het lijkt erop dat hij later het huis op de Markt zelf koopt. In het ‘eygenboeck’ staat immers dat het huis in 1484 aan Claes Gerrits toekomt; later, in 1522-1523, is het van Claer Claes Gerrits weduwe.30 Het ligt voor de hand te veronderstellen dat deze Claes Gerrits dezelfde is als de broer van Gerard Leeu. We moeten hier echter uiterst voorzichtig zijn, want er zijn in die tijd meer personen die Claes Gerrits heten. Opvallend is wel, dat ze allemaal bodediensten uitvoerden en/of in dienst van de weeskamer waren. Naast de veelvuldig voorkomende naam Claes Gerritsz zonder meer, komen we ook Claes Gerrits Emsen of Eemszn. tegen.31 Gezien de ‘achternaam’ lijkt mij deze Claes Gerrits Emsen niet dezelfde te zijn als Claes Leeu. Daarnaast komt de naam Claes Gerritsz Keyser voor.32 Hij heeft zijn bijnaam vermoedelijk gekregen omdat hij al in 1473 keizer van de vinckers was, die een altaar in de St. Janskerk hadden.33 Herinneren we ons dat leden van de Leeu-tak vaak in verband gebracht kunnen worden met griend- en grondwerk, dan lijkt het ‘vincken’, het vogeltjesvangen, daar goed bij te passen. Deze Claes zou dus eventueel dezelfde kunnen zijn als de broer van Gerard, maar zekerheid daarover hebben we niet: met evenveel recht was Claes Gerrits Emsen de keizer van de vinckers. We kunnen nu wel leuk verder speculeren. Dat Claes Gerrits bodediensten verrichtte, is een verleidelijk gegeven. Voor de verspreiding van de drukwerken van Gerard Leeu is zo’n broer goud waard. Maar er is meer. Het is bekend dat Claes Leeu 31 29 Coninckstraat: SAHM. Oud-rechterlijk arch. 322, fol. 36r (doorgestreept), Koestraat: Oud-rechterlijk arch. 322, fol. 39v. 30 Claes Gerritsz: SAHM, Oud-rechterlijk arch. 319/20, fol. 105v, 107v, 112v, 137v; Claer Claes Gerritsz weduwe: Oud-rechterlijk arch. 321, fol. 165v. Zij wordt al in 1517 als weduwe genoemd: OA 1000, p. 35 en nog steeds in 1524: OA 1001, fol. [10]v. 31 Vanaf 1477 (OA 1141 (stadsrek 1477), fol. 3Ir) tot 1503 (OA 1164 (stadsrek. 1503), fol. 33r). 32 Vanaf 1473 (Oud-rechterlijk arch. 322, fol. 9r) tot 1506 (OA 1168 (stadsrek. 1506), fol. 34r). 33 SAHM, Oud-rechterlijk arch. 322, fol. 9r. Voor het altaar: Koen Goudriaan e.a. (eds.), De Gilden in Gouda, Gouda 1996, p. 19: altaar 23.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2003 | | pagina 33