Het galgenveld of gerecht
anders:
anders:
Mijn grond is korenbeurs, voor ‘t leven opgestigt,
waarboven ‘t schouwburg staat, voor ‘t streven na ’t gerigt.
Voor ‘t leven strekt mijn dak, een korenbeurs beneên
van boven ‘t sclwuwgebouw voor sterven en geweên.
Beneên verstrekt mijn kap voor graanbeurs van der Gouw,
en boven ‘t schouwtoneel van straf en naberouw.
Wie op het Goudse gerecht, zoals de tijdgenoten het galgenveld vrijwel al
tijd noemden, een eindbestemming vonden, is tot nu toe vrijwel onbekend geble
ven, terwijl toch een hoog percentage van alle terechtgestelden na hun executie op
het schavot binnen de stad naar het galgenveld buiten de stad gevoerd werden. De
eerste vraag is of het Goudse galgenveld altijd een plaats is geweest waar veroor
deelden na hun dood te pronk werden gesteld of dat het ook gediend heeft als exe-
cutieplaats.
In een opschrift voor de nieuwe korenbeurs uit 1697 achter het stadhuis van Gouda
beschreef de dichter Christoffel Pierson de gerechtsplaats op de overkapping:
Zoals ongetwijfeld meerdere Goudse burgers (want de oude gerechtsplaats bij het
stadhuis verkeerde in een erbarmelijke staat) liet ook Ignatius Walvis zich ver
heugd uit over de aanmerkelijke verbetering van de 1 ijfstrafplaats” op stenen pila
ren.3 De verfraaiing van de gerechtsplaats zal het dramatische effect van de straf
voltrekking zeker verhoogd hebben en zal daarom ook de beoogde uitwerking op
de toeschouwers niet hebben gemist.
De dichter legde de nadruk op twee belangrijke elementen in de rechtsprak
tijk, de strafvoltrekking in het openbaar en de toepassing van lijfstraffen, die als
rode draden door het oudvaderlandse strafrecht lopen. Met die draden is in het
bijzonder verbonden de apparatuur die dat mogelijk maakte, te weten het schavot
en het galgenveld, symbolen voor de levenslessen op zedelijk gebied tot ver in de
nieuwe tijd. Executies maakten natuurlijk van oudsher deel uit van de rechtsprak
tijk, maar het doel van afschrikking door een voorbeeld te stellen kwam echter pas
in de loop der tijden meer op de voorgrond te staan.
2
31. Walvis, Beschrijving der stad Gouda (Gouda 1714), deel 1-147