In zijn samenvatting van het doel van lijfstraffen benadrukte ook Dirck Volkerts
zoon Coornhert de voorbeeldstelling door in het openbaar te straffen. In zijn ver
handeling, de zogeheten “Boeventucht”, dienden openbare lijfstraffen om te voor
komen dat brave burgers zich op het slechte pad begaven, om slechte mensen te
verbeteren, die uit angst voor pijn en schande een geregeld leven zouden verkiezen
boven een schurkenleven, en ter eliminatie van geboefte, zodat fatsoenlijke men
sen konden leven in veiligheid.11 De toenemende misdaad in de zestiende eeuw en
het groeiend aantal daklozen dwong de overheid echter steeds meer een toevlucht
te nemen tot een strenger strafbeleid, waardoor intensiever gebruik gemaakt werd
van schavot en galgenveld.
De galg was een oud symbool en kenmerkte in het middeleeuwse rechtsle
ven eveneens de hoge jurisdictie, waartoe onder andere de lijfstraffelijke zaken
behoorden. De heren met gebieden die tot een hoge heerlijkheid gemaakt werden,
lieten daarom ten teken van de hoge rechtsmacht zo snel mogelijk een galg op
richten.9 Ook de galgenvelden in de nabijheid van steden, bijna een vast land
schappelijk element in de teken- en schilderkunst, kenmerkten de hoge jurisdictie.
Bij de verlening van de stadsrechten verkregen de steden de hoge rechtsmacht di
rect of na verloop van tijd van de toekenning, naast de lage jurisdictie die zij al be
zaten inzake burgerlijk recht en voor strafbare feiten waar een boete opstond.
Behalve de galg als symbool van hoge jurisdictie kenmerkte het galgenveld
ook een verschijnsel in het strafrecht, waarbij de rechtspraak over de dood heen
reikte. Na de dood op het schavot bracht de beul of een voerman het dode lichaam
of soms een lichaamsdeel naar het galgenveld, waar de scherprechter het lijk weer
aan de galg hing of op een rad vastmaakte. Deze juridische mogelijkheid van straf
vervolging en ten uitvoerlegging na de dood is sinds de achttiende eeuw niet meer
aanwezig, en volgens het huidige strafrecht vervalt vervolging bij het overlijden
van de verdachte of veroordeelde.10 Naar de mening van juristen en andere weten
schappers op zedelijk gebied in de achttiende eeuw, maar ook vóór die tijd had het
vertoon van openbare lijfstraffen en de tentoonstelling na de dood daarentegen wel
degelijk zin als afschrikwekkend voorbeeld.
4
9 Monté ver Loren en Spruit, Hoofdlijnen, 142 en 143. Willem Adriaan van Nassau, heer van Odijk,
deed in 1677, nadat hij de hoge jurisdictie over Zeist en Driebergen van de Staten van Utrecht had
gekocht, een galg oprichten.
10 Wetboek van Strafrecht, le boek, artikel 69
11 Dirck Volckertszoon Coornhert, Boeventucht. Naar de eerste druk van 1587 uitgegeven en van
commentaar voorzien door Arie-Jan Gelderblom, Marijke Meijer Drees en een werkgroep van
Utrechtse neerlandici (Muiderberg 1985) 68-69.