III I 7 Het gebruik van het werkwoord “werpen” is niet toevallig; een misdadiger diende vernederd te worden op welke wijze dan ook, en als geen begrafenis ge doogd werd, dan moest het lijk als een kadaver behandeld worden en werd onder de grond gestopt of in de open lucht aan zijn lot overgelaten. Terwijl toch het merendeel van de executies op het schavot binnen Gouda plaats vond, werden veroordeelden ook buiten op het gerecht ter dood gebracht. In totaal gebeurde dit in 21% van het aantal doodstrafvoltrekkingen en de laatste executie vond plaats in 1646. Het galgenveld of het gerecht buiten Gouda functioneerde dus in hoofdzaak als een plaats waar ter door gebrachte veroordeelden te pronk werden gesteld en minder als een plaats van executie. Het is duidelijk dat galgenvelden verschillende functies hadden, die in de literatuur nauwelijks onderscheiden zijn: er werd daar terechtgesteld, te pronk ge steld en begraven. De onbekendheid met de functies van de galgenvelden is nogal groot, maar ook de ligging van die velden is vaak alleen maar door overlevering in het geheugen van de plaatselijke bevolking blijven bestaan. Een landmeter uit de zestiende eeuw evenwel heeft alle galgenvelden indien aanwezig buiten de steden op plattegronden aangetekend. Ook op de stadsplattegrond van Gouda is zo’n gal genveld duidelijk te zien. o I Urn liiiiiïiHim nrlnrr J 12 10 8 6 4 1600 1625 iïiilllllllllll 1650 doodstraffen in Gouda 1547 - 1780 lllllllllllllllllllllllllllllllllllfllW lllllllllllfllllllIllIllllllIllllIlilllH 1675 1700 1725 1750 1775 2 --TT-n - 1550 1575

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2003 | | pagina 9