Het hart van Holland In 1947 werd in Gouda een tentoonstelling gehouden onder de naam “Hart van Hol land”. Toen een aantal jaren later de drie ziekenhuizen in één instelling werden on dergebracht koos men hiervoor de naam “Het Groene Hart”. Deze naamgeving is niet onterecht. Gouda ligt te midden van een uitgestrekt plattelandsgebied. En het was, hoewel dat in het laatste kwart van de 20e eeuw wel verminderd is doordat in de na bijgelegen dorpen het aantal inwoners en de voorzieningen zich sterk uitbreidden, in de voorgaande periode in allerlei opzichten het centrum voor dit gebied. Op 1 januari 1944 bedroeg het aantal inwoners van de stad 36.228 en op 1 januari 1945 waren er 36.709 inwoners. Bij de Tweede Kamerverkiezingen in 1937 werden in totaal 15.537 stemmen uitgebracht, waarvan 4.967 op de SDAP, 4.170 op de gezamenlijke Protestants-Christelijke partijen, 3.474 op de RKSP, 1.558 op de Liberale partijen en 368 op de NSB. Om brandstof te besparen werd voor het koken vaak gebruik gemaakt van zelf ge maakte kacheltjes. Voor de aanmaak gebruikte men papierballen. Omdat maar één warmtebron aanwezig was werd het eten warm gehouden in hooikisten of onder de dekens gestopt. In feite kwam het erop neer dat het hele huishouden vrijwel de ge hele dag bezig was ervoor te zorgen dat er een warme maaltijd op tafel kwam. Dat lukte in 82% van de huishoudens één of meerdere keren per week en in 49% zelfs elke dag. Het gebrek aan brandstof had één gunstig effect: het leidde tot verkorting van de kooktijden, wat de kwaliteit en de voedingswaarde van de maaltijden ver hoogde. Over de smaak van het eten in de hongerwinter zijn de berichten ver schillend en afwijkend van de periode ervoor. Toen er groot gebrek ontstond von den veel mensen dingen lekker waarvan zij vermoedelijk nooit hadden gedacht dat zij ze ooit zouden eten.32 De slechte voeding en de koude leidden tot ziektes als enteritis en diarree. Het aantal sterfgevallen verdubbelde ruim in het eerste halfjaar van 1945 ten op zichte van 1944.33 De doodsoorzaak honger en koude bedroeg in het hele honger- gebied 8242, in Amsterdam 2469. Veel gevallen waarbij een andere doodsoorzaak wordt vermeld moeten met honger en kou in verband worden gebracht, zoals hart en vaatziekten en vroeggeboorten. In Amsterdam was dit percentage 22,6. Naar voorbeeld van Amsterdam zou in ieder geval 68% van de meerdere sterfte aan honger en kou toe te schrijven zijn. Het is niet mogelijk aan te geven voor welk deel van de resterende 32% de afnemende weerstand of de algemeen slechte hy giënische toestand verantwoordelijk zijn geweest.34 32 Trienekens, Voedsel en honger in oorlogstijd, p. 27 en p. 92-94 33 Zie Bijlage, Tabel I. 34 Trienekens,Voedsel en honger in oorlogstijd, p. 99 52

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2003 | | pagina 10