ORLOCS
55
De talrijke ooms en tantes van Jan woonden bijna allemaal in Gouda. Zij
waren geen van allen in een gunstige positie voor het verkrijgen van extra voedsel.
De laatste aantekening in het dagboek is van 26 oktober 1945.
De bovengenoemde dagboeken zijn afkomstig uit particulier bezit. Het
Streekarchief Hollands Midden bezit dagboekfragmenten van P.W. de Beun, een 23-
jarige student in de rechten, die was ondergedoken bij zijn ouders te Gouda. Zijn va
der had een makelaars- en incassokantoor. De activiteiten van dit bedrijf waren niet
beperkt tot de stad zelf, maar vonden ook plaats in de omgeving van de stad. In de
fragmenten wordt de periode van 4 februari 1945 tot 22 april 1945 beschreven.
Omslag van het Oorlogs-
kookboek, samengesteld
door AGeurts, "er ar es
koken en voedingsleer"
KOOKBOEK
ber - en dat is zijn eerste notitie over eten - over de rant
soenen. Er wordt een halve liter olie verstrekt en dan voor
de rest van het jaar geen boter meer. Men krijgt per man een pondje brood minder en
nog slechts een kwart liter melk. Vanaf 4 december is er nog één brood per hoofd per
week. Dat is ongeveer drie boterhammen per dag, zonder boter, met een likje stroop
of een stukje ‘schuifkaas’.
De voedselvoorziening, beschreven in de dagboeken
Over de periode vóór september 1944 zijn alleen in het
dagboek van Cor Prins aantekeningen te vinden over
eten. In juni 1944 vormen aardappelen het grootste pro
bleem. Op 12 juni zijn ze bij geen enkele groenteboer
meer verkrijgbaar. Op 28 juni gaat het gezin op bezoek
bij de familie in Heemstede en neemt aardbeien, kom
kommer en bloemkool mee. Op verjaardagen wordt als
cadeau een snoepbon gegeven en brengt de visite koek
jes mee. Op 15 juli worden bij een tuinder aardbeien
geplukt.voor 0,25 per pond. Op 7 augustus levert het
verhuren van zijn zeilboot een pakje boter op.
Vanaf november 1944 worden, hoe meer de tijd
verstrijkt, de mededelingen over de zorg voor het dage
lijkse eten steeds talrijker. Er wordt geschreven over de
officieel verstrekte en de op andere manieren verkregen
levensmiddelen, de bereiding, de brandstof en hoe men de
Hongerwinter beleefde. Jan Gouka schrijft op 18 novem- Roermond enz., Romen, z.j.
[1940], Privébezit.
36
A. GEL'RTS
KOKEN
ll.V VOEOIShSIEtK
36 Het volgende tot en met ‘De honger; lichaam en geest’) is gebaseerd op:
Wiecher van Lingen, Wiecher en Titia, p. 135-159
Cor Prins, Dagboekp. 12-17 (twee pagina’s per nummer)
Jan Gouka, Dagboekp. 32-73
P.W. de Beun, Dagboekfragmenten, p. 1-35