65
Er zijn 50 werknemers, men heeft een eigen slachterij en 9 uitdeelposten. De bon-
aanwijzing is het criterium; als de rantsoenen hoger worden, dan zal ook het voedsel
steviger worden: meer stamppot, meer aardappelen en geen suikerbieten meer.
In iedere editie van de krant staat een lange opsomming van inbraken en
diefstallen. Soms gaat het om kleine hoeveelheden uit woonhuizen: “Terwijl de
bewoonster naar de Centrale Keuken was heeft een insluiper zich toegang ver
schaft. Verdwenen zijn bijna alle textielgoederen, een horloge, een portefeuille met
300 gulden en alle distributiebescheiden. Op klaarlichte dag zijn bij een inbraak
in een woning 2'/i liter spijsolie, een kaas, een pak havermout en een hoeveelheid
aardappelen gestolen. Uit schuren van woningen zijn een schaap, vier kippen en
een haan, en zes geiten en een bok weggehaald, evenals talrijke fietsen, een mud
cokes en een houten tuinhekje. Aangehouden zijn twee jongens van 17 en 18 jaar
voor het stelen van turf, en het kappen van een boom. Uit pakhuizen worden grote
hoeveelheden gestolen, zoals 50 kazen, tezamen wegend 350 kg, 3 balen suiker
van elk 50 kg, 400 pakken bakmeel, 200 pakken kindermeel, 17 pakken biscuits,
210 repen chocolade, 100 pakjes pudding, 175 pakken kaarsen, 200 kg gortmout en
17/2 kg bonenmeel. De dieven hebben zelfs de Centrale Keuken niet ontzien. Bij
een inbraak werden 70 kg vet, 3 kg margarine en 15!4 kg roomboter gestolen.
Het lijkt waarschijnlijk, dat deze goederen hun weg vonden naar de zwarte
markt, waar ze voor lucratieve prijzen konden worden verkocht.41 Zwarthandelaren
kochten ook levensmiddelen in de omgeving op, zoals blijkt uit een reactie op de
oproep van dr L. de Jong in januari 1946: “Ik ben tandarts in Gouda en heb een
buitenpraktijk in Bergambacht. Dat is in de oorlog mijn terrein geweest voor de
voedselvoorziening. Waar ik van kocht waren erkende zwarthandelaren, die echter
allen patiënten waren en dus in verband met ‘represailles mij niet het uiterste
lieten betalen. Zoals één het steeds uitdrukte: ‘Zoveel betaalt de opkoper uit de
stad, en ik zal van jou het meeste niet nemen dus reken ik maar hetzelfde 42
In de rubriek Kleine Advertenties van de Goudsche Courant staat hoe men
probeert, letterlijk, met werken de kost te verdienen. Een flink meisje, 17 jaar, biedt
zich aan als hulp in de huishouding buiten. Hoog loon is geen vereiste, wel goede
kost. Een flinke beschaafde juffrouw, PG, zag zich gaarne geplaatst als huishoudster,
ook op boerderij of buiten, loon niet vereist. Een onderwijzeres wil graag haar vrije
tijd besteden aan het bijwerken van leerlingen, liefst op boerderij in de omgeving van
Gouda. Een man biedt zich aan als nachtwaker, bijvoeding vereist. In deze rubriek
staat ook de volgende advertentie: “Zij, die op of kort na 20 januari een kater hebben
gekocht voor bout af 15,- kunnen bij mij inlichtingen krijgen over de ernstige kwaal
waaraan deze kater leed. Het lijkt of de verhalen over het verorberen van huisdie
ren op waarheid berusten, althans in Gouda.
41 Zie bijlage, tabel II
42 Archief NIOD, Inv. nr II 932a