Bibliotheek SAHM
Wat de pot schafte
Janny Prins
De voedselsituatie in Gouda tijdens de Hongerwinter
Inleiding
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de beschikbare hoeveelheid voedsel in Ne
derland tot september 1944 nauwelijks minder dan vóór de oorlog. Wel was de calo
rische waarde met circa 10% gedaald van 3000 kcal gemiddeld per dag naar 2700
kcal in de periode september 1942-1944.’ In de volgende maanden, tot aan de bevrij-
ding in mei 1945, wijzigde de voedselsituatie voor de vier en een half miljoen inwo
ners van het toen nog door de Duitsers bezette gebied echter drastisch.
Op 17 september 1944 begon de geallieerde aanval op het Nederlandse
grondgebied. Om dat offensief te steunen, riep de Nederlandse regering in Londen de
spoorwegstaking uit. De bezetter verbood als wraak het scheepvaartverkeer, zodat
West-Nederland ook niet over water bevoorraad kon worden. Het offensief liep niet
zoals bedoeld, in het najaar waren alleen de zuidelijke provincies bevrijd. De inwo
ners waren gedurende de voorbije oorlogsjaren voor akkerbouwproducten in hoofd
zaak afhankelijk geweest van de overige provincies. Het tijdstip van de staking en het
vervoersverbod had niet slechter kunnen zijn. Elk jaar waren de voorraden van het
vorige jaar dan nagenoeg op en in september werd begonnen met het vervoer van
aardappelen en graan naar het westen, om slechte weersomstandigheden in de winter
te vermijden. Het verbod op het scheepvaartverkeer werd na zes weken opgeheven,
maar dat leidde niet tot een snelle bevoorrading. Veel schepen waren gevorderd of
ondergedoken, het risico van beschieting op het Ijsselmeer was niet gering en het
schortte aan de brandstofvoorziening.2
Tijdens de Hongerwinter, de periode van september 1944 tot mei 1945,
zakte hierdoor in het bezette deel van Nederland de hoeveelheid voedsel die via de
officiële distributiekanalen aan de bevolking werd verstrekt beneden het absolute
minimum. Om te overleven was de bevolking aangewezen op zelfhulp. Men stelde
alles in het werk om het rantsoen aan te vullen. Door historici die deze periode
hebben onderzocht is vooral aandacht besteed aan de situatie in de grote steden. In
het algemeen wordt aangenomen dat in deze steden de hongersnood het grootst
was.
45
1 Trienekens, Voedsel en honger in oorlogstijd, p. 23
2 Ibidem, p 73-75