Jij;
O
77 IwB
I
II i
De centrale
Keuken aan de
Nieuwe Markt
achter het
Distributie
kantoor (op
gericht 1941):
personeel aan
het werk in de
aardappel-
spoelafdeling,
1943. Gouda,
SAHM, stam-
nr. 20335.
Hoewel vanaf september 1944 de industrie in het westen en het noorden
goeddeels stil viel, werd een ontslagverbod afgekondigd. Arbeiders bleven voor
tenminste 48 uur per week in dienst en ontvingen hun loon of een gedeelte ervan.
7 Ibidem, p. 80
8 Trienekens, Voedsel en honger in oorlogstijd, p. 82
47
Uit diverse gegevens blijkt dat in veel gezinnen de hongersnood in decem
ber begon.7 Men was voor de noodzakelijke aanvulling van het rantsoen niet ge
heel afhankelijk van datgene wat op de distributiebonnen beschikbaar was. Ge
meentelijke overheden, bedrijven en instellingen trachtten de ergste nood te
lenigen. Vanaf januari kwamen er ook voedselzendingen uit het buitenland.
De in de steden, maar ook in kleinere plaatsen, ingestelde centrale keukens
speelden een belangrijke rol. De gaarkeukens, die tot dan voor bijvoeding zorgden,
schakelden over op een voorziening voor de gehele bevolking. Zij regelden zelf op
lokaal niveau de inkoop van levensmiddelen voor zover dit nog mogelijk was. In
januari, februari en april haalden 1,2 miljoen mensen er hun dagelijkse portie. De
kwaliteit ging weliswaar in de loop van de maanden hard achteruit, maar het bleef
aantrekkelijk voor een aardappelbon en 20 cent een halve liter voedsel te kunnen
kopen. Bovendien spaarde men brandstof uit en hoefde maar één lid van het gezin
in de rij te staan. Voor het overleven van de armere bevolking zijn de keukens van
grote betekenis geweest. Het verstrekte voedsel was niet voldoende om in leven te
blijven, maar het bood in veel gevallen kracht, tijd en koopkracht, zodat men op
zoek kon gaan naar andere etenswaren8.
I 1
JU;