5. Sinton van Boven uit Gouda 4. Henri Berkenstein uit Montfoort Montfoort hoorde destijds tot het Departement van de Zuiderzee. Berkenstein maakte als fuselier (geweerschatter) deel uit van de 2e Compagnie van het 4e Ba taljon van het 123e Regiment Infanterie van linie. Van zijn overlijden wordt melding gemaakt d.m.v. een ontslagbiljet, waar van men de tekst heeft gewijzigd, zodat het dienst kan doen als biljet van overlij den. In de linker bovenhoek wordt de doodsoorzaak vermeld: koorts. Het biljet is opgemaakt in het burger ziekenhuis van Roermond, waar Berkenstein op 2 januari 1814 werd opgenomen en waar hij op de 1 le januari d.a.v. overleed. Zijn naam is in het stamboek van het regiment opgenomen onder nr 5304. Zijn contract, hij was vrijwilliger, zou eerst op 5 juli 1817 aflopen. Het biljet is opgemaakt door de ad ministrateur van het ziekenhuis (Naus). Ook de arts heeft getekend. In plaats van de commissaris van oorlog tekende de burgemeester van Roermond. Het gros van de Franse troepen had op 11 januari 1814 ons land reeds verlaten. Ook hier enkele interessante bijzonderheden. Volgens de geschiedschrijvers zou het 123e Regiment in januari 1814 allang niet meer hebben bestaan. Dat is onjuist. Bataljons van dit regiment namen, na afloop van de veldtocht naar Rus land, deel aan de gevechten bij Lützen en Bautzen (mei 1813). De naam Lützen werd later zelfs aangebracht op het vaandel van dit regiment. Voorts aan de verde diging van Dresden (augustus 1813) en van Arnhem (eind november 1813). In de ze laatste stad sneuvelden circa 3.000 Franse militairen en hun bondgenoten, waar onder veel Nederlanders. Vanaf oktober 1813 tot mei 1814 nam het gros van het regiment deel aan de verdediging van Wesel. Berkestein heeft mogelijk behoord tot de bezetting van Wesel. We treffen elders regelmatig detachementen van dit garnizoen aan, die met het afvoeren en beveiligen van Franse onderdanen (be stuursambtenaren, douaniers etc) en hun familieleden en bezittingen zijn belast. Ook zijn meerdere meldingen bekend van het afvoeren van (totaal-)weigeraars van Wesel naar Maastricht en van krijgsgevangenen richting Frankrijk door militairen van het 123e Regiment. Dit regiment had destijds een uitstekende naam. Deze jeugdige Gouwenaar maakte als fuselier (geweerschutter) deel uit van de 4e Compagnie van het le Bataljon van het 126e Regiment Infanterie van linie. Hij over leed op 16-jarige leeftijd in het militaire hospitaal van Rijssel (Departement Nord in Noord-Frankrijk) op 9 april 1812 aan chronische buikloop ofwel chronische diarree. Hij lag toen al sedert 12 november 1811 in dat hospitaal. Men mocht als 16-jarige vrijwillig dienstnemen, mits de vader danwel de wettige voogd daarmee instemde. Het uittreksel werd opgemaakt door de econoom van het ziekenhuis (Delaporte), hetgeen door de commissaris van oorlog (naam onleesbaar) werd bevestigd. 99

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2003 | | pagina 13