m w Sociale kwetsbaarheid 25 In de aanbouw links was de bank van lening gevestigd. De brandweer was nog bezig met nablussen. En een dag later ontdekte ik tot mijn grote vreugde in een onopvallend hoekje aan de Vest bij de molen de Ro de Leeuw een paar lichtelijk gehavende waxinelichtjes, die je in een komfoortje kon zetten om bijvoorbeeld een potje thee warm te houden. Blijkbaar waren ze door een van de ontploffingen, die er toch echt geweest waren, naar dat hoekje van de Vest geslingerd. In die tijd was ons winkeltje, evenals andere kleine winkeltjes in de stad, al een zachte dood gestorven. Want de grootwinkelbedrijven, zoals de Gruijter en Simon de Wit, kwamen erg naar voren met het geven van kortingen en het rekenen van veel lagere prijzen dan de kleine winkels zich konden veroorloven. In die tijd raakte ook het zuinig beheerde spaargeld op. In de jaren dat mijn vader nog leefde en goed verdiende was dat opzij gelegd. Ons gezin verviel aan wat men toen het Maatschappelijk Hulpbetoon noemde. Op woensdagmiddag moest mijn moeder daarvoor naar de Nieuwe Markt, waar ze een inkomstenbriefje in moest leveren en dan geld kreeg. - Ik ben wel eens een paar keer met haar mee geweest om dat geld te halen. We kwamen eerst in een hou-ten bouwsel achter de in ernstige staat van verval verkerende Agnietenkapel terecht, in een soort van groot bees-tenhok naar mijn idee, met in het midden een af scheiding van palen en latten in de lengterichting, waardoor het in twee gelijke helften werd verdeeld. Links van die afscheiding stonden, dik op elkaar gepakt, heel wat mensen; voornamelijk mannen met een pet op, van wie er sommigen pruimden, waarbij ze dan het pruimensap bij het uitspuwen neer lieten kletteren in de lege helft van dat hok. Als het regende kon het in die ruimte op een bijna misselijk makende manier naar natte jassen ruiken. i <**<2^*^

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2004 | | pagina 27