T k De echtgenoot zag echter geen enkele reden om van geloof te veranderen en de vrouw, door de priester in gewetensnood gebracht, nam haar buren in ver trouwen. Nadat zij met Kerstmis 1649 weer had gebiecht, moest zij de priester bekennen dat haar man in zijn weigering volhardde. Toen trok De Jager haar een zwart vel met twee horens over het hoofd en riep: ‘Soo suit ghij alletesamen voor den duivel varen, ten sij ghijlieden doet 't geene ick u hebbe voorgedragen Thuis gekomen maakte de vrouw haar man en haar buren deelgenoot van deze ongetwij feld beangstigende ervaring, maar getuigen verklaarden later dat zij toen nog goed bij haar verstand was. Spoedig daarna begon zij echter verward te raken, totdat ze ‘meer en meer was getroubleert geworden in hare herssenen ende entlick soo verre vervallen, als het nu met haer stont’. De leden van de kerkenraad, die met stijgende verbazing het relaas van Filips Woutersz hadden aangehoord, waren van oordeel dat dit ‘uitermate enorm’ was en ‘intolerabel in een gereformeert lant Zij besloten om tegen het gebeurde ernstig te protesteren bij het stadsbestuur. Hoewel De Jager door de baljuw werd ondervraagd, zo ook over een huis aan de Goudkade, waarin hij de mis zou opdra gen, krijgt men niet de indruk dat het hem al te moeilijk werd gemaakt. Deze priester, wiens activiteiten de kerkenraad zo zeer verontrustten, werd de grondleg ger van de St.-Victorskerk te Waddinxveen, bekend vanwege een zeer oud Maria- beeldje. Het werd omstreeks 1656 uit particulier bezit aangekocht door De Jager en zijn zuster Cornelia, ook een klopje, die beiden aan de Westhaven 25 woonden. Het is waarschijnlijk het enige en misschien wel oudste heiligenbeeld, afkomstig uit de Sint-Janskerk, dat de overgang naar het protestantisme heeft overleefd3. 30 5 Koen Goudriaan, Een Gouds Mariabeeld in Waddinxveen. Gouda, De Schatkamer, jaargang 11/1 (1997)

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2004 | | pagina 32