68 Herstel van het Koningsglas door ir. J.L. Schouten Op 26 november 1900 besluit het kerkbestuur de supervisie over de restauratie van de kerk en de glazen over te dragen aan de Restauratie-Commissie, tegen een jaar lijkse bijdrage van ƒ500. Voor informatie over het Koningsglas moet nu worden overgeschakeld naar het archief van genoemde commissie, met name de notulen.84 Nadat in april 1905 een aanbod van de Stichtse Glasverzekering Maatschappij om tegen zekere voorwaarden het Koningsglas voor ƒ15.000 te laten restaureren is af gewezen, staat in 1909 vermeld, ‘...dat mevrouw de weduwe G.J. Steens Zijnen een bedrag van fl6.000 schenkt tot herstel van Glas 7’.85 Schouten krijgt te horen dat de minister van Binnenlandse Zaken het herstel van het Koningsglas aan hem toevertrouwt, onder voorwaarde dat het in het najaar van 1910 wordt herplaatst, zodat de Rijksadviseurs het kunnen keuren. In december 1910 blijkt Schouten er nog volop mee bezig. Hij belooft dat hij en zijn medewer kers, Herman Veldhuis en Lucas Knoll, alles zullen doen wat in hun vermogen ligt, om in het begin van de zomer het karwei te voltooien. ‘Het is een reuzenwerk’, zo schrijft Schouten, ‘dat bij lange na niet mee valt, het is evenwel niet gemak kelijk de krachten te vinden die ik nodig heb'H In februari 1911 kan het onderste gedeelte in lood worden gezet. Schouten schrijft: ‘Dit in-lood-zetten laat ik nog niet geheel en al uitvoeren, wel de vak ken die wij kunnen missen, daar wij voor het bovenglas nu en dan ge deelten van het onderglas noodig hebben voor juiste aansluiting van toon en kracht’. Met het bovenglas denkt hij in juni of juli gereed te zijn. 84 AHGG CRJ 66. Notulen Commissie voor de Restauratie van de St. Janskerk te Gouda 1898-1943 85 Ibidem, 66, p. 14 (1905) en p. 20 (1909) 86 Ibidem, 1 (1909). Copieboek van uitgaande brieven 1898-1923, nr. 152 87 Ibidem 15. Correspondentie, brief 20 december 1910 Ir. J.R. Schouten op 70-jarige leeftijd. Pentekening naar een foto door J. van der Rijk. AHGG.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2004 | | pagina 26