3
gM
5mkI
Dirck Crabeth, kopergravure door Hendrick Bary
(ca 1680), naar een bestaand olieverfschilderij
1 SAHM, OAG 44 (1566), fols. 28-30 (23 en 26 augustus)
Temidden van die
turbulente tijden overlijdt
in 1574 Dirck Crabeth,
mogelijk als slachtoffer
van een korte, maar hevi
ge pestepidemie die in de
stad heerst. Als zoveel
glazeniers in de jaren na
de Reformatie ziet zijn
broer Wouter het hem zo
vertrouwde, naar Rooms-
Katholieke traditie inge
richte interieur verande
ren in een sober protes
tants kerkgebouw. De
circa 45 altaren, beelden,
schilderijen en andere li
turgische attributen ma
ken in korte tijd plaats
voor strakke wandborden
met bijbelteksten en de
Tien Geboden, geschil
derd in streng gotisch
schrift. Op Kerstavond
1573 wordt als sluitstuk
van deze ontmanteling
het Sint-Jan Baptist hoofdaltaar in de koorkerk afgebroken. Wouter moet het wel
als een grote opluchting hebben ervaren dat de Glazen, waaronder die van hemzelf
en zijn broer Dirck, onaangetast blijven. De oorzaak is wellicht de gematigde hou
ding van het stadsbestuur. Dat reageert al in augustus 1566 alert op de verontrus
tende omstandigheden. Terwijl in steden als Amsterdam (23 augustus), Delft en
Utrecht (24 augustus), Leiden en Den Haag (25 augustus) de beeldenstorm vernie
tigend toeslaat, blijft het in Gouda rustig.
Om ongeregeldheden te voorkomen, beveelt de vroedschap om vanaf de
stadspoorten de zaak scherp in het oog te houden. Binnenkomende schepen on
dergaan een grondige inspectie en al bestaat er maar een vermoeden dat er in de
nabijheid van de stad wat voor prediking dan ook wordt georganiseerd, gaan
de stadspoorten op slot. Op het stadhuis worden 25 schutters gestationeerd.'
46