T
-WÉRr8!
Instrumenten
84
Theodoliet van
Ramsden
Uit: grote Winkler
Prins Encyclopedie
Kwadrant van Snellius
Foto S.N den Boer-Snoei
in Museum Boerhaave
De Griek Aristarchus (310-230 v.Chr.) vond de skaphè uit, een
holle halve bol met daarin een graadverdeling, bestaande uit
evenwijdig ingekraste cirkels. Hiermee bepaalde Eratosthenes
hoever de zon midden op de dag uit het zenit stond, door waar
te nemen hoever de schaduw van de staaf in het midden reikte.
Snellius gebruikte voor de hoek
metingen een kwadrant, met een
straal van 69 cm. Dat is een kwart
Deskaphè van
Aristarchus
Uit: Meer tens
Landmeetkunde
van een verdeelde cirkel, een groot soort gradenboog, met
daarop een vizierinrichting. Met het blote oog moest hij, als
hij op de Utrechtse Dom stond, zijn vizier richten op de to
ren van Dordrecht en het stadhuis van Leiden. Voor de be
paling van de Noorderbreedte (letterlijk poolshoogte nemen)
had hij een kwadrant met een straal van liefst 172,5 cm.
Diverse uitvindingen maakten betere instrumenten
mogelijk. Om nauwkeuriger de rand te kunnen aflezen was
de nonius van belang, een vinding van Nunez. De Fransman
Picard verving het vizier van het hoekmeetinstrument door
een kijker met kruisdraden. De Engelsman Ramsden construeerde een verdeelma-
chine, waarmee heel nauwkeurige randverdelingen te maken waren. Krayenhoff
deed zijn waarnemingen met een repetitiecirkel; een cirkel met randverdeling en
daarop twee kijkers gemonteerd. De nauwkeurigheid van het resultaat werd hier
mee vergroot door dezelfde hoek meermalen achtereen te meten. Een nadeel was
dat elke gemeten hoek nog moest worden herleid tot zijn projectie in een horizon
taal vlak. Op pag. 82 is dit instrument links bovenaan de foto
van C.R.Th. Krayenhoff te zien.
Een grote verbetering was de theodoliet, door Ramsden
ontworpen omstreeks 1780. Hiermee werd het mogelijk hoe
ken te meten, geprojecteerd op een horizontaal vlak. Het prin
cipe is te zien op bijgaande illustratie. De onderdelen zijn: een
horizontale rand C met graadverdeling, een kijker K die draai
baar is om een horizontale as en om een vertikale as (hij kan
op en neer en in de rondte) en een index W, die met deze laats
te beweging meedraait, zodat een horizontale hoek op de rand
verdeling is te meten. Het instellen van de kijker op een ver ge
legen punt kan nauwkeurig gebeuren met een fijnbeweging; de
aflezing van de rand met een afleesmicroscoop. Het vertikaal
stellen is mogelijk door gebruikmaking van drie stelschroeven.
K