Uit de achttiende-eeuwse kerkenraadsnotulen Doctor in de medicijnen ontkent zijn vaderschap Henny van Dolder-de Wit Kornelia herroept haar verklaring. Dat is het geval wanneer in de consistoriekamer van de St. Janskerk een gehuwde vrouw, Kornelia Maamerik, voor de kerkenraad verschijnt. Zij wordt ervan be schuldigd ‘...zig in schandelijk overspel te hebben verloopen omdat zij kort tevo ren een kind heeft laten dopen, waarvan zij beweert dat het is verwekt door een Goudse doctor in de medicijnen. De voorzitter, dominee D. van Zeijst, vraagt hoe zij het aandurft om in het doopboek de naam van doctor Gerardt Broekhuisen als vader te laten optekenen. Op haar antwoord dat hij wel degelijk de vader is, ver wijt de predikant haar ‘...grote onbeschaamdheid’Hij baseert die opmerking op een notarieel stuk dat zij vlak voor de bevalling heeft ondertekend, waarin zij ver klaart dat genoemde Broekhuisen ‘...nooit eenige vleeschelijke conversatie met haar heeft gehad’. Zij is nu echter ten volle bereid om deze verklaring, desnoods onder ede, te herroepen. Inleiding De stad Gouda is in de zeventiende en achttiende eeuw allerminst een bolwerk van braafheid. In de Vogelenzang en aan de Nieuwehaven zorgen de bordelen voor het nodige vertier en ook de herbergiers hoor je niet klagen over gebrek aan klandizie. Schout en schepenen hebben de handen vol om de orde te handhaven, maar ook predikanten en kerkenraad van de Hervormde Gemeente zien zich geconfronteerd met wanordelijk gedrag van hun gemeenteleden. Vanaf het begin van de Reformatie tot het einde van de achttiende eeuw is de pastorale zorg zeer intensief. Wanneer lidmaten van het kerkgenootschap ervan worden verdacht dat zij een ongeregeld leven leiden, krijgen zij bij monde van de koster een oproep om voor de kerkenraad te verschijnen. Het vermaan en de tucht bij misstappen concentreert zich rond de bediening van het Heilig Avondmaal, wat vier maal per jaar plaatsvindt. Wordt de betreffende persoon schuldig bevonden, dan mag hij of zij niet aan het Avondmaal deelnemen, totdat na betuigd berouw correctie van de levenswandel is bewezen. De notulen van vergaderingen in sep tember 1710 tonen aan, dat predikanten en kerkenraadsleden soms met ingewik kelde zaken worden geconfronteerd, waarbij leugen en waarheid moeilijk van el kaar zijn te onderscheiden. 94

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2004 | | pagina 20