96 Alzo keerde Kornelia terug in de schoot der gemeente. Van Broekhuisen wordt niets meer vernomen. Ds Leonard. Beels (Maassluis 1674 - Amsterdam 1756), predikant te Gouda 1709-1722 Coll. SAHM In de vergadering van 22 juni 1713 verzoekt Kornelia (nu Marmenier genoemd) of zij weer aan het H. Avondmaal mag deelnemen. De kerkenraad stemt hierin toe, ‘...met een ernstige vermaning van zich in 't vervolg wel te wachten, niet alleen van sulcke schrickelicke sonde, om welks sij nu ontrent drie jaren onder censure had gestaen, maer oock van alle schijn des quaets, opdat Godts naem om harent wille niet meer gelastert, noch de gemeente ontsticht worde. En verder dat zij God zou bidden dat Hij haer met zijn Geest wilde ondersteunen en bewaren van den bosen Bij het bezoek van zijn wijkpredikant, dominee L. Beels, heeft hij zijn bekentenis herhaald. Na lang durig overleg wordt besloten beide schuldigen te wij zen ‘op de grouwelijkheidt van de bedreven misdaadt en hen van het Heilig Avondmaal te weren, ‘Godt biddende dat Hij hen beide wil doen ontwaken uit den strik des Zatans en door opregt berouw en droefheidt zich te bekeren tot de zaligheidt Zowel aan doctor Broekhuisen als aan Kornelia wordt de censuur aangezegd. De man van Kornelia komt in het verhaal niet ter sprake, misschien is hij als zoveel Goudse schippers langere tijd buiten de stad of leefden de twee gescheiden van elkaar. Ondanks de bewering van de doctor dat hij van Kornelia houdt heeft hij omwille van zijn maatschappelijk aanzien een laffe rol gespeeld. Eerst dreigt hij haar geldelijke steun te onthouden wanneer zij zijn naam noemt. Dan wil hij het kind buiten de stad in een pleeggezin onder brengen en laat een ander de brief aan Kornelia schrij ven, opdat zijn handschrift niet herkend zal worden. Archief HERVORMDE SEMEEITB 6000*

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2004 | | pagina 22