Graadmeting tussen Alkmaar en
Bergen op Zoom door Snellius
Uit: Meertens Landmeetkunde
De Nederlandse wiskundige Willebrord Snel
van Roijen (beter bekend als Snellius) gebruikte de
methode voor het eerst bij een graadmeting die hij
uitvoerde tussen Alkmaar en Bergen op Zoom,
waarbij ook de St. Jan was betrokken. Hij mat zoveel
mogelijk de hoeken van het driehoeksnet en op een
geschikt terrein bij Leiden bepaalde hij de lengte
van een zogenaamde basis, zo nauwkeurig als mo
gelijk was. Door invallende vorst kon hij naderhand
zelfs op meer plaatsen een basis meten. Na heel wat
rekenwerk was de afstand tussen Alkmaar en Ber
gen op Zoom bekend, geprojecteerd op de meridi
aan van Leiden. Met het verschil in geografische
breedte kon hij de omtrek van de aarde bepalen.
Zoals gezegd was er steeds opnieuw be
hoefte aan een meer nauwkeurig resultaat. Een
driehoeksnet tussen Duinkerken en Barcelona, dat
begin 19e eeuw gereed kwam, was al heel wat omvangrijker dan dat van Snellius
en ook was het met betere instrumenten gemeten. De driehoeksmeting diende zo
wel de wetenschappers die de vorm en afmeting van de aarde wilden kennen, als de
cartografen bij het in kaart brengen van een groot gebied als Frankrijk. In Frankrijk
maakte Jean Picard op deze manier de eerste goede topografische kaart. Het verhaal
gaat, dat Lodewijk XIV, toen hij de nieuwe overzichtskaart van Frankrijk zag, op
merkte: “Ik ben meer grond kwijt geraakt door de landmeters dan ooit door een oor
log.” De grenzen van zijn land waren voordien namelijk nogal royaal getekend.
C.R.Th. Krayenhoff (medicus, luitenant-generaal, geograaf, minister) haakte
aan bij het Franse driehoeksnet. Hij legde in de jaren 1802-1811 een net van 162
driehoeken van Noord-Frankrijk tot in Noord-Duitsland. (Zie de illustraties op de
volgende bladzijden.) Op de punten Amsterdam, den Haag, Utrecht en Jever be
paalde hij de geografische breedte; de geografische lengte nam hij over van de be
paling door de Fransen van het punt Duinkerken. Een groot deel van de werk
zaamheden deed Krayenhoff eigenhandig. Staande op de St. Jan, moesten de beide
kijkers van de repetitiecirkel (zie voor de gebruikte instrumenten de volgende pa
ragraaf) gericht worden op de torenspitsen van Nieuwkoop, Utrecht, Gorinchem,
Dordrecht, Rotterdam en Leiden. Met de punten van zijn driehoeksnet als grond
slag voegde hij al het reeds aanwezige kaartmateriaal samen tot de Choro-
Topographische Kaart van de Noordelijke Provinciën, op schaal 1:115.200, in ne
gen bladen. Het midden van het gebied dat in kaart werd gebracht (het nulpunt van
het coördinatenstelsel) lag op de meridiaan van de Westertoren in Amsterdam en
wel op 51 graden en 30 minuten Noorderbreedte. Dat is in de buurt van Chaam.
80
Alkmaar
Haarlem
Utrech t
Drn H<aay i
Rotterdam
.Qordrecht
Zal! bommel
IdiUemsfadt
Breda
Beryen op Zoom
--J<4 ms terda m
d—-KVOudere ter
'Gouda