/I
'I Hl
Meester Hendrick, organist van de St.-Janskerk
i
Uit de kerkenraadsnotuien van de zeventiende eeuw
Henny van Doider-de Wit
Zingen met klopjes en priesters!
Na de Reformatie was de kerkenraad van de Nederduitsch Gereformeerde (Her
vormde) gemeente bijzonder op zijn hoede voor
Rooms-Katholieke invloeden. Dit moet ook Hagerbeer
niet zijn ontgaan. Hij gedroeg zich in oktober 1643
dus wel érg naïef, toen hij tot ergernis van enkele ge
meenteleden 'doppen, paepsche priesteren en papis-
ten'mee naar het orgel nam om daar met hen te zin
gen en te musiceren. Bij die gelegenheid zullen er beslist
geen psalmen van Petrus Datheen hebben geklonken!
De hoofdpersoon in deze geschie
denis is de organist 'meester'
Hendrick Galtis van Hagerbeer.
Hij was van 1635 tot 1648
organist van de St.-Janskerk. Hij
bespeelde niet het instrument dat
nu in de kerk aanwezig is, maar
het door Hendrick Niehoff tussen
1555 en 1558 gebouwde orgel [1]
dat op de hoek stond van het
koor en de noordelijke dwarsbeuk
van de kerk, tussen de gebrand
schilderde glazen 8 en 9. Hendrick
was voor hij naar Gouda kwam
tien jaar organist van de Maar
tenskerk in Tiel. Afkomstig uit een
familie van orgelbouwers [2], be
zat hij ook de vereiste technische
kennis, en zo sloot hij in decem
ber 1638 een contract met de
kerkmeesters voor het onderhoud
en het stemmen van het orgel. Hij
bekeek het leven van de luchtige
kant, reden waarom hij nogal
Het Niehoff-orgei, dat later in de kerk eens in vreemde situaties verzeil-
van Abcoude terecht kwam (zie noot 1) de, waarvoor hij door de kerken-
Stichting Nationaal Instituut voor de orgeikunde raad op het matje werd geroepen.
24