i hsb
31
I
i
Een tweede deel van het boek behandelt een veel minder bekend fenomeen, dat
samenhangt met de Goudse pijpennijverheid: het merkvignet. Het betreft een op
verpakkingspapier voor pijpen gedrukte afbeelding, bedoeld als reclame en herken
ningsteken. Pijpen werden meestal per gros door handelaars afgenomen, verpakt in
tonnen of manden, die voorzien dienden te zijn van zo'n merkvignet, dat het
betreffende pijpenmerk weergaf, omgeven van de nodige versieringen.
Winkelpui van Martinus van Duijn met traditioneel
uithangbord met pijpen en pijpenmerk, 1920
De Goudse pijpenmerken ontwikkelden zich van een weinig betekenend, vrij
handelsmerk in de tijd dat de eerste pijpenmakers zich in Gouda vestigden, tot
een zeer belangrijk en vaak waardevol onderscheidingsteken, dat omgeven was
door een uitgebreid regelstelsel ter bescherming tegen alle soorten misbruik. Het
Goudse pijpenmakersgilde is bij die ontwikkeling, maar vooral ook bij die
bescherming, erg belangrijk geweest, ook nadat de gilden in oktober 1798
officieel door de Bataafse grondwet waren afgeschaft.
Zolang de Goudse pijpmakersmerken zo'n groot economisch belang
vertegenwoordigden, zijn ze be
schermd door regels en instel
lingen die direct afstamden van de
gildepraktijk. Dit vond, na een
lange periode van achteruitgang
van het belang van het pijpen
merk, pas een einde in het begin
van de twintigste eeuw, toen de
laatste "gildevorm", de "Vereni
ging van pijpenfabrikanten en
pijpenhandelaars", werd opge
heven (1911). De vraag naar
Goudse kleipijpen was toen sterk
gedaald en de oude manier van
het merken achterhaald. De klant
koos zijn pijp niet meer om het
merk, maar om de naam van de
fabrikant, en het was dan ook die
naam waar bij het product èn in
de reclame in het vervolg de na
druk op lag. Vanwege de uitzon
derlijke rol die het pijpen
makersgilde en haar opvolgers
hebben gespeeld bij de totstand
koming en handhaving van het
merkenrecht, is dit boek ook
waardevol voor de studie naar de
ontwikkeling van het gildewezen.
I L™™.