'Onechte' kinderen van stadsdoctoren in Gouda
Jan Lafeber
1
Marmeren buste van W.F. Büchner bij de
entree van de chirurgijnskamer in het
stedelijk museum het Catharina-Gasthuis -
foto in 'Vijf eeuwen medisch leven in een
Hollandse stad' door J.G. W.F. Bik
In De Schatkamer jaargang 18 (2004), aflevering 3 (november 2004) trof ik het
verhaal aan over een doctor in de medicijnen in Gouda die zijn vaderschap
ontkende, geschreven door Henny van Dolder-de Wit. "De stad Gouda is in de
zeventiende en achttiende eeuw allerminst een bolwerk van braafheid", zo begint
haar artikel. En dat heeft zeker ook betrekking op de Goudse "medicijnmannen",
waar haar verhaal een voorbeeld van is.
Zo'n kleine 100 jaar later er sprake van een soortgelijke situatie, waar één
van Gouda's bekendste stadsartsen bij betrokken is, namelijk Willem Frederik
Büchner. Willem Frederik Büchner werd geboren op 9 december 1780 in Reinheim
(Duitsland) als zoon van Jacob Karei Büchner en Wilhelmina Magdalena Söhnlein.
Büchner promoveerde op 21-jarige leeftijd te Würzburg tot medisch en chirurgisch
doctor. Na zijn promotie werd hij in 1802 benoemd tot stadsdoctor te Gouda,
waarbij hij de overleden Hugo Verveer opvolgde. Op 22 april 1804 trouwde hij in
Gouda met Elisabeth Polijn, dochter van de niet onbemiddelde Hermanus Polijn en
Woutera Buytenhuys. Uit dit huwelijk werden zeven kinderen geboren, wie het
allen - maatschappelijk gezien - niet slecht verging. Drie van zijn zoons werden,
evenals hun vader, arts en één van hen bracht het van raadslid in Amsterdam tot
eerste kamerlid (daarmee zijn vader overtreffend, die 'slechts' raadslid van Gouda
was geweest). De dochters sloten huwelijken - zoals in die tijd gebruikelijk -
passend bij hun stand. Voor de bevolking van Gouda in de negentiende eeuw
heeft de stadsarts Willem Frederik Büchner een buitengewoon grote betekenis
gehad. (Zie o.a. Vijf eeuwen medisch leven in een Hollandse stad door J.G.W.F.
Bik en Duizend jaar Gouda door P.H.A.M. Abels e.a.)