54
Daarin wordt gezegd dat hij en zijn medebroeders vaak vernomen hebben dat
Reinier Snoy dikwijls gezegd heeft dat Erasmus liever in Gouda dan in Rotterdam
geboren had willen zijn.
De bedoelde aantekening - die een aantal bladzijden lang is - zou eigenlijk
wat meer aandacht waard zijn; al was het maar om de anekdotische waarde van
een betrekkelijk lang relaas over Erasmus' leven uit de pen van een monnik van
Stein. Dat verdient toch om vertaald en uitgegeven te worden!?
Zijn vriendschap met Herman Lethmaet, ook een Gouwenaar, maar later
deken van het kapittel van St. Marie te Utrecht, maakte grote indruk op de laats
te. Hij bezat een aantal eigenhandig geschreven brieven van tijdgenoot-
humanisten, waaronder één van Erasmus zelf, maar ook van onder anderen John
Fisher, Johannes Oporinus en Albert Pigghius. Een nazaat van Lethmaet heeft die
brieven honderd jaar later aan de stadslibrije in Gouda geschonken. Het is een
kleine, maar curieuze collectie brieven van belangrijke tijdgenoten van Erasmus.
De collectie bevindt zich nu, evenals de hierboven genoemde handschriften, in de
bibliotheek van het Streekarchief Midden-Holland.
De invloed van het Gouds humanisme is groter dan men vermoedt. Het heeft
ook uitwerking gehad op de magistraat en zelfs op het programma van de
Goudse Glazen in de Sint-Janskerk. Toen na de brand van de Sint-Janskerk in
1552 de hele beglazing van de kerk vernieuwd moest worden, heeft men na
tuurlijk vergaderd over bekostiging en het beeldprogramma ervan. Aan belang
rijke geestelijke personen vroeg men op een bijeenkomst in Utrecht, als zetel
van het bisdom, een glas te schenken. Ook Herman Lethmaet was daarbij. Hij
zegde niet alleen toe een glas voor zijn rekening te nemen, maar het is waar
schijnlijk dat hij zijn invloed als deken van het kapittel van St. Marie, maar voor
al als vicaris-generaal van de bisschop, heeft aangewend om het beeldpro
gramma in een bepaalde richting te sturen. Ook andere hoge prelaten die in de
lijn van het humanisme stonden, hebben glasschenkingen gedaan. Naast de
geestelijkheid hebben ook wereldlijke hoogwaardigheidsbekleders glasschenkin
gen gedaan.
Wat het iconografisch beeldprogramma van de Goudse Glazen betreft, moet
men constateren dat men - tegen de tijdgeest in - niet gekozen heeft voor een
sterk pro-katholieke of een anti-reformatorische opstelling, wat elders wel ge
beurde. Men legde bijvoorbeeld niet de nadruk op specifiek rooms-katholieke
dogma's, kerkelijke hiërarchie, transsubstantiatie, de zeven sacramenten en ver
ering van de Maagd Maria. Men heeft daarentegen gekozen voor een beeld
schema dat in de traditie van het vrijzinnige Erasmiaans humanisme staat. De
beglazingscampagne ging uit van de Goudse magistraat en de (door de magi
straat benoemde!) kerkmeesters. Dat zij een dergelijke beeldiconografie voor de
glazen goedkeurden, bewijst dat zij het humanistisch gedachtegoed toegedaan
waren.