Ouderkerkse steenbakster - Gaardersregister Capelle aan den IJssel 62 Bronnen: - DTB Capelle, Ouderkerk en Nieuwerkerk aan den IJssel Bregje Kooijman trouwde op 2 januari 1791 te Capelle met Ewoud Hoogendijk, en het kerkelijk trouwboek van daar meldt: "beijde geb. en wonende te dezer P/aat- së'. Het register van de Capelse gaarder vermeldt dat ook voor de zinsnede "zul lende met den anderen Trouwen voor beijden f 30.-.-. Dat is het maximale en zelden voorkomende tarief voor een huwelijk en tekent de wederzijdse rijkdom. Uit dit huwelijk werden vanaf 1791 te Ouderkerk aan den IJssel twee dochters, een jong overleden zoon Arie en op 6 oktober 1794 een zoon Pieter geboren. Ewoud Hoogendijk werd in 1811 in het Ouderkerkse Registre Civique vermeld als steenbakker en hij bleef dat tot zijn overlijden op 11 november 1832 te Ouder kerk. Zijn weduwe Bregje Hoogendijk-Kooijman nam toen de leiding over tot haar overlijden op 10 mei 1855. Zij werd toen omschreven als "van beroep steenbak ster, oud zes en negentig jaar". Haar overlijden werd aangegeven door zoon Pie ter Hoogendijk, 60 jaar, nog zonder beroep, ook wonende in Ouderkerk, die daar na kennelijk het bedrijf overnam. Bij zijn overlijden op 15 maart 1884 op 89-jarige leeftijd heette hij steenfabrikant. Zijn overlijden werd aangegeven door zijn ook Ouderkerkse neef Eeuwoud Hoogendijk van Cappellen. Slot De schoonschrijfoefening kan dus tot 1855 goed in het bezit van de schrijfster zijn gebleven en daarna mogelijk tot zijn dood in 1884 aan zoon Pieter Hoogendijk hebben behoord. Eventueel verder traceren via neef Eeuwoud Hoogendijk van Cappellen kan slechts speculatief zijn. - C.D. Hoogendijk, Het geslacht Hoogendijk, Zoetermeer 1974 (meldt onvolledig als nakomeling van het echtpaar Hoogendijk-Kooijman alleen dochter Teuntje.) - Adri den Boer, Nieuwerkerks volksonderwijs in de 18de eeuw en de Fanse tijd, in: De Schatkamer 1991-2, p. 25-54

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2005 | | pagina 28