ALMANACH GOUDA, Mr. jacobus blauw SCHUTTEREN W A C H T- VIER COMPAGNIEN VOOR DE DER STAD ONDER DEN WEL EI): GENTR: HEER COLONEL VOOR DEN JAARE MDCCLXXXVH. 38 Titelpagina van de Wachtaimanak van de schutterij onder Jacobus Blauw voor het ja ar 1787 19 september vraagt hij vanuit Amsterdam schriftelijk aan de vroedschap van Gouda om hem op de hoogte te brengen van de toestand in de stad. Het stadsbe stuur is verbolgen over "de afweezigheid van den Collonel der Burgery in zo hag- gelyke oogenblikken, en dat zonder daarvan vooraf kennis te hebben bekomen". Het stadsbestuur verdenkt Blauw er duidelijk van de stad met opzet verlaten te hebben uit angst voor de Orangisten. In feite komt zijn 'toevallige' vertrek neer op desertie uit de schutterij! Op 24 september schrijft Blauw nogmaals uit Amster dam. Hij betoogt dat hij de stad niet met opzet verlaten heeft. Hij schrijft verder dat hij, gezien de situatie, niet terug durft te komen zonder dat zijn vrijheid en die van zijn vrouw en kind gewaarborgd zijn. Jacobus Blauw was namelijk in mei van dat jaar vader geworden van een dochtertje, Cornelia Margaretha Johanna ge naamd. Juist in deze tijd is het woelig in Holland. De troebelen tussen de patri otten en oranjegezinden staan voor de deur. Blauw wordt na zijn terugkeer in Gouda tot lid van de vroedschap benoemd en wordt tevens lid van de Staten van Holland. Poli tiek gezien behoort hij tot de patriottische partij, of 'Nieuw Staatsgezinden' (de Orangisten werden 'Oud Staatsgezinden' genoemd). Hij treedt toe tot het Vrij korps, waarvan C.J. de Lange van Wijngaarden commandant is. Blauw wordt kolonel van de schutterij en in die functie heeft hij meegewerkt aan de aanhouding van prinses Wilhelmina van Pruisen, eind juli 1787. In Gouda breken op 16 september van dat jaar hevige onlusten los: de Orangisten nemen de macht over. Juist op die dag is Blauw met ondui delijke redenen naar Am sterdam vertrokken. Op

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2005 | | pagina 4