41 Keren we ten slotte terug naar het schilderij van David, dat op pagina 42 is afge- beeld. Jacques-Louis David wordt wel de schilder van de Franse Revolutie ge noemd. Hij stond sympathiek tegenover de harde lijn van de radicalen, ook die in de Bataafse Republiek. Zijn beroemdste werk is wel 'De dood van Marat'. Het moet een bijzondere eer geweest zijn om door zo'n belangrijk schilder geportret teerd te worden. In het portret van Blauw is opvallend dat de kleur blauw zo prominent is: de jas van Jacobus en het opvallend turquoise gekleurde tafelkleed zijn als een metafoor op zijn naam. Naar dit portret zijn gravures gemaakt. Van het volledige schilderij is een gravure gemaakt door (Pierre) Alexandre Tardieu. Van deze gravure, niet lang na het schilderij vervaardigd, bezit het MuseumgoudA een exemplaar (prentencollec- tie, inv.nr. 50.011). Een andere gravure toont alleen het portret vanaf borsthoogte en is gemaakt door Reinier Vinkeles in 1798 (zie pagina 43). Deze gravure komt voor in deel 20 van de Vader/andsche Historie, vervattende de geschiedenissen der Vereenigde Nederlanden ten vervolge van Wagenaars Vader/andsche Historie, Amsterdam 1798, t.o. p. 424. (Een exemplaar bevindt zich in de biblio theek van het Streekarchief Midden-Holland, sign. 541 H 2.) In Frankrijk heeft de persoon van Jacobus Blauw wel enige aandacht gekregen; hij heeft immers zijn belangrijkste activiteiten in Parijs ontplooid. In 1985 is er een artikel over hem verschenen in het juli-septembernummer van het tijdschrift .4/7- naies historiques de ia Révoiution Franqaisevan de hand van J. Alexandre en M.R. Perrin-Chevrier, getiteld 'Un gentilhomme paisible, Ie "Batave" Jacobus Blaauw (1759-1829)'. Eén van de auteurs, Marie-Rose Perrin-Chevrier, heeft bovendien een historische roman over hem geschreven: Un certain Jacobus Blauw, roman biographique. Het boek is in Parijs uitgekomen in 2001. Helaas is het mij niet gelukt één van deze publicaties in handen te krijgen. Het huwelijk met Hendrica Cornelia van de Polder was door de constante uithui zigheid van Jacobus niet echt goed te noemen, maar heeft toch nog twintig jaar stand gehouden. In de periode waarin de affaire-Eykenbroek speelt, leeft Blauw in Parijs samen met een andere vrouw, Angelique Fontana. Op het laatst was de verhouding met Hendrica zó slecht dat ze het huwelijk hebben laten ontbinden; de scheidingsakte dateert van 28 februari 1799. Nog in datzelfde jaar treedt Blauw in het huwelijk met zijn maitresse. Het huis aan de Westhaven 62, dat nog altijd in zijn bezit is, en waar vermoedelijk zijn eerste vrouw steeds is blijven wonen, wordt nu verkocht. In deze laatste Parijse periode was Blauw sinds 1819 correspondent van de Oprechte Haarlemsche Courant. De gehele correspondentie, vanaf zijn aanstelling in 1819 tot enkele dagen voor zijn dood, is bewaard gebleven in het museum Johan Enschedé te Haarlem. Het betreft in totaal ongeveer 1700 brieven.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2005 | | pagina 7