Adri den Boer
76
1763: Ouderkerkse bruiloftszang voor Nieuwer-
kerkse schout
"Hy, die vol van trouw'en yver
Nieuwerkerk bestuurd als Schout,
En, als een Geheimeschrijver,
Blinkt, ais paarien in fyn goudt;
Nieuwerkerk mag giory dragen,
Op zyn' welgetrouwen Schout,
En den gadelozen yver
Van deez'zyn'Geheimeschryver,
En zyn'mondt zoo trouw, als goud.
Cornells van Capelle (sic), jongeman van Capelle op d' IJssel, en Neeltje van der
Geer, jongedochter van Ouderkerk op d' IJssel, gingen op 15 april 1763 te
Ouderkerk in ondertrouw en huwden daar op 8 mei 1763 in de dorpskerk. Voor
beiden werd 30,- trouwbelasting betaald.1 Hun bruiloftszang is onderwerp van
deze bijdrage.2
Cornelis van Capellen werd op 27 maart 1735 te Capelle op den IJssel gedoopt.
Hij was een telg uit een geslacht dat daar van 1640 tot 1795 herhaaldelijk het
(plaatsvervangend) schout- en secretarisambt bekleedde. Cornelis' oudere broer
Pieter was de laatste.3 Hun ouders Witte Pieters van Capellen en Neeltje
Hogendijk zijn oud-ouders van de 20e eeuwse Rotterdamse burgemeester mr. G.E.
van Walsum.4
Neeltje van der Geer was te Ouderkerk op 3 maart 1743 gedoopt als dochter en
oudste kind van Cornelis van der Geer en Jacoba Catharina de Fremerij (gehuwd
in 1742).5
Afgaand op de ondertekening 'Amicitiae Ergo' verzorgden vrienden de
bruiloftszang van zeven pagina's, in Romeinse letters gedrukt op een enkel
kwartokatern van acht bladzijden met een blanco achterkant. Voor de achttiende
eeuw is dat een gering aantal pagina's, en de uitvoering is ook eenvoudig, gezien
het ontbreken van de dan veelal gebruikelijke wapens of een prent.6 Stereotiep
lijkt het verheerlijken van het paar met standaardvleierijen, vast behoord hebbend
bij de opschik van een feestmaaltijd.
Het tweetal wordt in deze zang een 'deftig Paar' genoemd. Naast vele algemene
deugden wordt van Neeltje vermeld dat de Van der Geeren in Ouderkerk gelden
als "de deftichste Pylaren, In de korenwasschery'l"
Wordt Cornelis op de titelpagina al aangeduid als "schout en secretaris van
Nieuwerkerk op den IJssel, enz. enz.", in het lied heet het: