87 Eens verrichtte iemand op het kerkarchief van de Hervormde gemeente genealogisch onderzoek naar de familie Munting. Hij bleek in het bezit van een uitgebreide correspondentie tussen Johannes Munting en zijn oudste zuster en gaf welwillend inzage van de brieven. Hieruit kon de volgende geschiedenis worden gereconstrueerd. Zorgen Zijn ziekte nam een ongunstige wending, want toen dominee Munting in 1824 een beroep ont ving van de Hervormde Gemeente te Kampen was zijn gezondheidstoestand zo zorgelijk dat hij aar zelde of hij het beroep zou aannemen. In een uitvoerig schrijven maakte hij de Goudse predi kant J.L. Nijhof deelgenoot van zijn probleem en besloot de stap toch te wagen. Om kracht op te doen voor de komende verhuizing verbleven Johannes en zijn vrouw met hun zoontje Dirk Karei in de zomer van 1824 enige tijd op het plat teland. Beiden waren toen al onder behandeling van een arts. In een brief aan haar schoonzuster beschreef Cornelia het dieet dat Johannes naast zijn medi cijnen kreeg voorgeschreven: hij mocht geen fruit eten, hoogstens zo nu en dan enkele kersen. Koemelk was verboden, wel mocht hij per dag enkele glazen ezelinnenmelk drinken. Iedere mid dag om twaalf uur moest hij arrow-root1 gebrui ken. Ter vervanging van bouillon kreeg hij harst- hoorngelei, opgelost in gekookt water met twee theelepeltjes Madeira. Een gelukkig gezin Genoemde Johannes Pieter Munting was de jongste van vier kinderen uit het gezin van de Brielse predikant Dirk Munting en zijn vrouw Ida Sophia Pot. Na de gebruikelijke schoolopleiding ging hij theologie studeren en trouwde op 23 oktober 1816 met Cornelia de Koning. Op 10 november 1816 werd Johannes als predikant bevestigd te Sprang. In 1818 verhuisde het echtpaar met hun zoontje Dirk Karei naar Haastrecht. In dat jaar openbaarden zich bij Johannes de eerste verschijnselen van tuberculose. Omdat de gevreesde en zeer besmettelijke volksziekte zich bij hem aanvankelijk niet zo ernstig liet aanzien, zagen beiden de toekomst vol vertrouwen tegemoet. Munting werd een gewaardeerd predikant. In 1819 werd in het gezin een dochter geboren, Frederica Cornelia, twee jaar later gevolgd door een zoon, Cornelis Casparus Hendrik. In 1821 nam Johannes een beroep aan naar Muiden. Hier werden nog twee jongetjes geboren: Willem (1822) en Johannes Pieter (1823). Cornel.. ju’oba c. e. K o C Geknipt silhouet van Cornelia Maria Jacoba de Koning (Foto: AHGG)

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2005 | | pagina 21