75 In een volgend artikel in De Schatkamer zal ik de vermogens- en religieverhoudin- gen binnen de aanhang van de patriotten en orangisten binnen Gouda analyseren en beschrijven. Is er een verband aan te tonen tussen enerzijds de politieke keuze en anderzijds persoonlijke zaken als welstand en religie? Op die zaken hoop ik dan nader in te gaan. Besluit Dit onderzoek verrichtte ik niet als doel op zich, maar als grondslag om te bezien hoe precies de vermogens- en religieverhoudingen lagen bij de aanhang van de twee partijen uit die tijd, de patriotten en de orangisten, hoe die zich onderling verhielden en hoe die zich verhielden tot de bevolking van Gouda als geheel. Noten: 1 Kok O.F.M., J.A. de, Nederland op de breuklijn Rome-Reformatie. Numerieke aspecten van protestantisering en katholieke herleving in de Noordelijke Nederlanden 1580 -1880 (Assen 1964), 304 en 478 2 Hart, S., Geschrift en getal. Een keuze uit de demografisch- en sociaal-historische studiën op grond van Amsterdamse en Zaanse archivalia, 1600-1800 (Dordrecht 1976), 183-187 3 Hart, S., Geschrift en getal. Een keuze uit de demografisch- en sociaal-historische studiën op grond van Amsterdamse en Zaanse archivalia, 1600-1800 (Dordrecht 1976), 183-184. Meer specifiek voor Gouda: Bogt, R.A.M. ter, 'De Oranjesociëteit in Gouda. Een onderzoek naar de betrokkenheid van de sociëteit bij de contra-revolutie van september 1787 en de nasleep daarvan' (Doctoraalscriptie, Leiden 1985), 50-51 4 SAMH, G3 (MOT) en G9-G10 (MOB) 5 Hart, S., Geschrift en getal. Een keuze uit de demografisch- en sociaal-historische studiën op grond van Amsterdamse en Zaanse archivalia, 1600-1800 (Dordrecht 1976), 184 6 Hart, S., Geschrift en getal. Een keuze uit de demografisch- en sociaal-historische studiën op grond van Amsterdamse en Zaanse archivalia, 1600-1800 (Dordrecht 1976), 188-191. Hart presenteert zijn cijfers over Amsterdam in perioden van vijf jaar. Ik heb de perioden 1776-1780, 1781-1785 en 1786-1790 samengevoegd tot één geheel, daar deze vijftien jaar het dichtst bij de door mij onderzochte periode (1779-1788) liggen. 7 Kok O.F.M., J.A. de, Nederland op de breuklijn Rome-Reformatie. Numerieke aspecten van protestantisering en katholieke herleving in de Noordelijke Nederlanden 1580-1880 (Assen 1964), 203, 304 en 478. In zijn boek Met goed fatsoen meldt De Jong dat één op de acht inwoners remonstrants was, dat wil zeggen 12,5%. Dat lijkt me niet correct, gezien de aantallen en percentages die De Kok geeft. Jong, J.J. de, Met goed fatsoen. De elite in een Hollandse stad. Gouda 1700-1780 ('s-Gravenhage 1985), 23 8 SAMH, Doop-, Trouw- en Begraafboeken 9 Kok O.F.M., J.A. de, Nederland op de breuklijn Rome-Reformatie. Numerieke aspecten van protestantisering en katholieke herleving in de Noordelijke Nederlanden 1580-1880 (Assen 1964), 288

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2005 | | pagina 9