1
mi
17
De kleine 27 was
speciaal aange
schaft voor de
dienst op de lijn
via Oud-Verlaat,
maar reed op de
stille zondag vaak
op de hoofdlijn
Rotterdam-Gouda.
Op zondagen was
er geen dienst op
de Oud-Veriaat-
iijn. Uit deze op
name blijkt dat de
bussen inmiddels
met de neus in de
andere richting
staan. Gouda Au
tobusstation, zo
mer 1953. Foto:
H.B. Eelkema via
S.O. de Raadt
Met de wagens die bij Dijkhuizen lopen wordt zuinig gereden. Technisch zullen ze
niet veel te lijden hebben; zelfs de eerste versnelling wordt daar altijd gebruikt,
overigens een versnelling die voor de meeste chauffeurs onvindbaar is.
De wegen die Dijkhuizens bussen moeten berijden zijn aanzienlijk beter dan die
welke door Van Gog bereden moeten worden; overal is voldoende ruimte en een
smalle Dorpsstraat zoals die in Moordrecht is in het hele Gooi en Sticht niet te
vinden, maar het merkwaardige is dat de deuken groter zijn dan die er vroeger op
het moeilijke traject ooit in hebben gezeten.
De 26 ging in 1956 naar P. Langhout in Ter Aar. Hij werd daar gebruikt c.q. mis
bruikt voor tourwerk, maar toegetakeld kwam hij enige maanden later terug naar
de Capelseweg, alsof hij aan ongeneeslijke heimwee leed. Hij mocht hier op
krachten komen en verliet enige tijd later gesterkt de garage, om het eens te
gaan proberen bij 'De Snelle Vliet'.
De 27, die eigenlijk tot dezelfde serie behoorde als de 25 en de 26, kwam als
eerste na deze wagens. Zijn bestemming was de Oud-Verlaat-dienst en hij kende
zijn taak. Vanaf de herfst van 1950 tot juli 1955 heeft hij op deze dienst gereden
en ging toen ook naar Dijkhuizen, waar hij nr 17 kreeg. Dat deze wagen eigenlijk
tot dezelfde serie behoorde wil zeggen dat hij technisch gelijk was, maar het
chassis was korter; het aantal zitplaatsen was 36. Met deze bus is het personeel
van Dijkhuizen uiterst tevreden. Er wordt wel eens gezegd: 'Jammer dat hij geen
5e versnelling heeft, anders was het een volmaakt wagentje'. Het is hem nu wel
aan te zien dat hij al veel gelopen heeft, maar binnen ziet hij er nog netjes uit.