1
Op het restauratie-
27
karakter
onderschei-
Exterieur van de kerk vanaf de Kerk/aan
vóór de restauratie (foto Monumentenzorg 1927,
coll. SAMH, ac 467, inv.nr. 501)
plan gaf de minister
van OKW bij brief
van 5 juli 1927 onder
meer als commen
taar:
'Het choor van de
kerk is van vee! later
dagteekening dan het
schip. Het is opge- r
trokken van IJssel-
steen van kleiner for
maat dan die, welke
aan het schip is ver
werkt, en het mist de
toepassing van na- z
tuursteen, die aan
het schip voorkomt.
Ook de vensters zijn
verschillend behan
deld. Blijkens teeke-
ning en bestek be
doelt de architect bij
de herstelling de
wandbehandeüng van
het choor in overeen
stemming te brengen
met die van het
schip. Dit schijnt zon
der reden en onhisto
risch; het choor be
hoort zich door een
eigen karakter te
blijven
den.'
Dit is gerespecteerd en ook binnen de kerk zichtbaar door een dunnere gevelwand
en het niet laten doorlopen van een schijnbooggang en een baksteenrand onder
de ramen.
In 1978 vermeldde ondergetekende in de inleiding van de nieuwe archiefinventaris
van de Hervormde Gemeente voor het eerst beknopt, dat concreet in 1810 de
noordingang van het schip werd gesloten en dat een nieuw koor werd gebouwd,
waarbij het schip werd ingekort. Tellen schip en koor sindsdien tien resp. twee
ramen, eerder werd de kerk 'aen ydere zyde door zes glazen en in het Koor door
vijf, dus door zeventien kloeke glazen verlicht', aldus Jacob Kortebrant (1696-
1777). Dit artikel gaat breder in op het inkorten van de kerk in 1810.
r