30 Waarom inkorten? De bewaard gebleven stukken motiveren het inkorten van de kerk anno 1810 niet expliciet. Wel is duidelijk dat het broodnodige herstel zo goedkoop mogelijk moest. Een tweede reden is ongetwijfeld het steeds maar teruglopen van het inwonertal en dus zielental van de (enige) kerkelijke gemeente door de vervening. Pas de droogmaking van de Zuidplas, aanbesteed in 1827, zou dat veranderen. Was volgens de volkstelling van 1795 het inwonertal nog 1327, in 1809 is dit 1121, van wie 1065 Hervormden (plus 52 Rooms-Katholieken, 3 Evang.-Luthersen en 1 Remonstrant). De terugloop kan ook worden geïllustreerd met citaten. Als in 1766 één van de beide dorpschirurgijns overlijdt, vraagt de ander de Goudse ambachtsheren om een monopolie en wijst daarbij op de daling van het inwonertal door het verve nen. Het plaatselijk bestuur adviseert negatief, hoewel men erkent dat Nieuwer- kerk 'dagelijks meer en meer in vermindering toeneemt', en een dorpsbeschrijving van 1795 kent inderdaad nog maar één chirurgijn. Het blijft decennialang hetzelfde verhaal. 'Daar de gemeente van tijd tot tijd ver minderd, zal in plaats van 5/4 anker wijn tot gebruik van het Avondmaal 3/4 anker gebruikt worden'aldus de notulen van de kerkmeesters van 30 januari 1817 (na minnelijke schikking met ds Van Oostveen overigens op 7 februari 1817 herzien tot één anker wijn). Motieven voor het inkorten zullen dus de financiën en de terugloop van het zielen tal zijn geweest. Overigens mankeren cijfers over het normale kerkbezoek van de toch meer dan duizend Hervormden, het aantal zitplaatsen bedroeg waarschijnlijk minder dan de helft daarvan. Alleen van bijeenkomsten waarin kandidaten voor de functie van schoolmeester/koster/voorzanger werden gehoord is bekend dat er 'Schielands-dienaars' werden gevraagd om 'onverhoopte disorder te weren en te beteugelen'. Dan moesten de deuren ook extra vroeg open, 'teneinde de losvloed van toehoorders geschikter en zonder drang en force ter kerke zouden inkomen'. Op 16 Slachtmaand november) 1810 en dus net na het kerkherstel moeten intussen statistische gegevens over de kerk worden opgegeven. Juist kan men melden dat deze in 'goede staat' verkeert. De jaarlijkse uitgaven bedragen gemid deld ƒ1500 en er is een schuld van ƒ7000. Inkomsten uit beleggingen zijn, nu het Rijk maar 1/3 interest betaalt - de bekende tiërcering - ƒ260 per jaar. Afbeeldingen Zeker vanwege het mankeren van de bouwkundige tekening uit 1810 is de vraag interessant wat er verder voor afbeeldingen van de kerk in de oorspronkelijke grootte resteren. De oudste afbeelding van de kerk is als bij zovele plaatsen ook in Nieuwerkerk een prent van Andries Schoemaker (1660-1735), aanwezig bij het Rijksmuseum te Amsterdam (en sinds 2005 in kopie aanwezig op de website van de Geschiedenisbank ZH). Zijn prenten worden doorgaans door kunsthistorici als onbetrouwbaar gezien. De Nieuwerkerkse toren heeft ook beslist een verdieping te weinig. Bij het schip van de kerk spoort echter zijn aantal ramen precies met de beschrijving van Jacob Kortebrant!

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2006 | | pagina 32