3 De dienst Rotterdam-Gouda wordt onderhouden met vijf grote diesels, alle 44- persoons wagens, die ieder half uur vertrekken, een frequentie die maar in slechts enkele bedrijven voorkomt. Van Rotterdam naar Zevenhuizen kan men op twee manieren reizen, namelijk over de 's-Gravenweg via Nieuwerkerk en over de Ommoordseweg via Oud- Verlaat. Bovendien rijdt er nog een wagen van Rotterdam naar Nieuwerkerk over de 's-Gravenweg met als eindpunt Nieuwerkerk-dorp. De service die de passagiers geboden wordt is groot. Wanneer er maar een kleine mogelijkheid aanwezig is dat het aantal passagiers groot zou kunnen worden, dan worden de dienstbussen geassisteerd door reservewagens; op feestdagen lopen er zogenoemde dubbele diensten, dat wil zeggen, ieder half uur twee wagens, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. Op zaterdagmiddag rijdt er een extra bus Moordrecht-Gouda, die tussen de nor male tijden door rijdt, zodat de winkelende Moordrechtse bevolking, die voor een belangrijk gedeelte georiënteerd is op Gouda, ongeveer ieder kwartier van en naar hun dorp kan vertrekken. Ook op donderdagmorgen rijdt er, in verband met de Goudse marktdrukte, een dergelijke dienst. En wat voor weer het ook is, de heer Wim van Gog, die deze diensten meestal rijdt, komt nooit voor niets naar Gouda. De service is dubbel groot te noemen wanneer men in ogenschouw neemt dat de tarieven belangrijk lager zijn dan van welk vervoerbedrijf ook. Wanneer men bijv, een maandkaart Moordrecht-Rotterdam koopt, dan rijdt men voor ƒ0,50 van en naar zijn werk, hetgeen neerkomt op ruim één cent per kilometer, want deze afstand is ongeveer 43 km v.v. Deskundigen hebben wel eens uitgerekend dat een fiets een cent per km kost, zodat men tot de slotsom komt dat men nu gerie felijk rijdt en even voordelig als wanneer men dat op een rijwiel zou doen, maar overigens is dit bedrag veel te laag. Het bedrijf is sedert december 1930 gevestigd aan de Capelseweg nr 120, waar een enorme garage voldoende ruimte biedt voor alle bussen en waarin bovendien een schilderswerkplaats, doorsmeerinrichting, wasinrichting en het kantoor geves tigd zijn. Het bedrijf heeft eigenlijk altijd al aan de Capelseweg gestaan, maar vóór die tijd was het ondergebracht in de percelen nrs 34 en 36, die dichter bij de Schenkel staan. De nieuwe garage was groot genoeg voor al het materieel, maar het bedrijf heeft, vooral na de oorlog, zó'n grote vlucht genomen, dat de ruimte beslist te klein werd. Het was een passen en meten van belang en doordat iedere wagen een eigen plaats had gekregen lukte het. Er was namelijk een tekening gemaakt die vermeldde hoe de bussen gestald moesten worden. Alles kon op die manier bin nen staan, behalve één bellewagen en één scoutcar (de 10). De garage moest uitgebreid worden, zeiden de heren Van Gog, en zo kwam er in 1950 een zeer grote ruimte bij, die een gezellig en ruim thuis biedt aan de wagens, die eigenlijk een even goede verzorging nodig hebben als een mens, maar die verzorging ver dienen ze dan ook volkomen, want iedere dag moeten er heel wat kilometertjes gedraaid worden, per jaar 1.500.000.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2006 | | pagina 5