Henny van Dolder-de Wit
54
Loterijbriefjes ais document van zestiende-
eeuwse volkshumor en devotie
Handschrift uit 1563 gerestaureerd
Inleiding
In 2005 gaf de Stichting Vrienden van Archief Librije, gevolg gevend aan haar
doelstelling, opdracht tot restauratie van een bescheiden, doch uniek stuk uit het
Streekarchief Midden-Holland. Het betreft een handschrift uit 1563, met een regi
stratie door ene 'mr. Willem Willemsz' van alle personen die een of meer loten
kochten ten bate van de herbouw van de in 1552 door brand getroffen St.-
Janskerk. Het document is nu weer terug in het Streekarchief en daarom wordt in
dit artikel iets verteld over de geschiedenis ervan en loterijen in het algemeen.
Op de eerste pagina's zijn de beginwoorden slechts gedeeltelijk leesbaar, omdat
het papier door de tijd is aangetast; de overige bladzijden verkeren in een goede
staat. Ze bevatten nauwkeurige aantekeningen over het aantal loten dat iemand
kocht, alle met een eigen nummer, de naam van de inlegger, straat, woonplaats
en beroep, soms de naam van een huis of klooster. De bijbehorende rijmpjes, ook
wel prose of avys genoemd, dienden om identificatie van de inleggers te garande
ren, de meeste zijn in het Nederlands, sommige in het Frans of Latijn. Het register
bevat meerdere katernen en is kennelijk een samenvoeging van diverse plaatselij
ke registers, waaronder Montfoort, Den Haag en Utrecht.
De brand van de kerk
Nadat graaf Floris V Gouda in 1272 stadsrechten heeft verleend en de stad als zo
danig nog geen honderd jaar oud is, valt ze in 1361 ten prooi aan een verwoesten
de brand. De houten huizen met hun daken van stro maken dat het vuur zich snel
verspreidt. Wie bij de herbouw van zijn huis dakbedekking aanbrengt met tegels of
pannen in plaats van stro kan zelfs rekenen op subsidie van stadswege. Dat voor
komt niet dat een dergelijke ramp zich in 1438 herhaalt, waarna de bouw van ste
nen huizen door het stadsbestuur nog meer wordt aangemoedigd. Als er op 12 ja
nuari 1552 een hevig noodweer, vergezeld van hagel en onweer, over Zuid-Holland
losbarst, zijn de mensen ongetwijfeld heel bang. Uit overgeleverde verhalen weet
men maar al te goed wat voor gevolgen dit kan hebben. En de angst blijkt ge
grond... met een felle klap slaat 's avonds om 9 uur de bliksem in de toren van de
St.-Janskerk. Pogingen om het vuur te blussen mislukken en al gauw slaan de
vlammen over naar het kerkgebouw. Door de storm verspreide vonken gieren over
de daken van het Collatiehuis aan de Jeruzalemstraat en hechten zich aan het torentje
van het Catharinaklooster aan de Groeneweg, dat ook vlam vat, maar... daar blijft het
bij. Als de hagelbuien en het onweer zijn weggedreven kennen de opluchting en de
dankbaarheid van de bevolking geen grenzen, deze keer zijn hun huizen wonder bo
ven wonder gespaard gebleven. Als het daglicht aanbreekt, blijkt hoe zwaar de kerk
is beschadigd. Altaren, orgels, gebrandschilderde glazen en meubilair zijn verloren ge
gaan. Het kerkbestuur beseft dat de herbouw grote financiële offers zal vragen.