41
Portret van de kapitein van het vrijkorps,
de pijpmaker Cornell's van Leeuwen
[In de marge staat hierbij geschreven:]
(a). De redacteur van de Nederiandsche Jaarboeken bracht eer aan de heer
Decker, dat hij de leiding had genomen en in korte tijd de revolutie had gemaakt,
ik wil het hem niet ontzeggen. De verslagen ervan bevatten in die dagen enkel dat
hij het volk had aangemoedigd en de voldoening had laten zien van wat zij
deden.18
Zodra het noodlottige schot dat de boer had gedood was afgegaan, ging een me
nigte vrouwen en jongens een tamboer van het vrijkorps halen, die zij dwongen
de "Generale" te roffelen,15 en dat deed de hele gewapende burgerij16 naar de
Markt komen met oranje kokardes op. De vader van de voorman van de plunde
raars, Van der Hoeve, de burgemeester, was de eerste die hem in het openbaar
droeg.17 (a)
Frederik van der Hoeve kwam van de
Potterspoort met een toorts in de
hand, met een zekere Guideon For-
tuijn,11 en vergezeld van zestien plun
deraars, gewapend met geweren. Hij
gaf het signaal met de toorts waar
men moest plunderen of waar men de
ruiten moest inslaan. Als hij zich om
keerde moest men plunderen, en als
hij de toorts omhoog stak moest men
slechts de ramen inslaan. Hij begon bij
de graankoopman Blanket en liet ver
volgens de huizen plunderen van de
koopman Verzijl, van de kruidenier
Mullart, de voormalige baljuw Plemper
en van de kapitein van het vrijkorps
Van Leeuwen.
Andere bendes hielden zich bezig met
zoeken naar en opeisen van de wa
pens van de patriotten. Toen hij had
vernomen dat men het huis van com
mandant De Lange van Wijngaarden
had geplunderd, ging hij er heen en
deed net of hij de papieren van diens echtgenote wilde redden, zeggende dat hij
vreesde dat men er zijn voordeel mee zou doen.
Toen hij in de zijkamer een omgegooide secretaire zag, die toevallig nog niet ver
nield was, zoals de andere meubelen, leek het hem goed die te laten openen door
een plunderaar die slotenmaker12 was, ten einde de papieren, die gevaarlijk waren
voor genoemde commandant, mee te nemen. Hij had de Acte van Verbintenis van
de verenigde regenten van alle provincies,13 en een kopie van de Conventie van
de regenten van Gouda,14 waarvan niets aan hem werd teruggegeven toen hij be
greep dat hij een misdaad had begaan. Hij trachtte zich, enige tijd later, schrifte
lijk te verontschuldigen bij de echtgenote van de commandant.