84
In het vijfde besluit kreeg de kolonel van de schutterij volmachten om zo nodig,
bij het eerste uitbarsten van eenige combustien, op eigen gezag orders uit te delen
zolang de magistraat niet bijeen was, dit eventueel in overleg met de president-
burgemeester. Ook mocht de kolonel, zo dikwijls hij dat noodzakelijk achtte, de
nachtwachten laten versterken, zo bepaalde het besluit nummer zes.
In besluit zeven werd veiligheidshalve opgemerkt dat het hier louter tijdelijke maat
regelen betrof, die geenszins de eerdere orders van de magistraat aangaande de
schutterij buiten spel zetten.
Het achtste en laatste punt was het meest heikel. De magistraat meldde dat de
breedvoerige berichtgeving over de gevaarlijke bijeenkomsten, zoals die was neer
gelegd in het rapport van de commissie, in beraad zou worden gehouden. Voor de
korte termijn besloot men alleen een waarschuwing te publiceren waarin in algeme
ne bewoordingen zou zijn te lezen dat de magistraat rust en veiligheid binnen de
stad ongeschonden trachtte te bewaren.17
Onnodig te melden wat met die gevaarlijke bijeenkomsten werd bedoeld: de verga
deringen van de Oranjesociëteit in het Herthuis op de Markt. In dit achtste punt
zien wij het college van de magistraat in feite worstelen met het dilemma van iede
re bestuurder: wat weegt zwaarder, de publieke veiligheid of het recht bijeen te
komen en vrij van gedachten te wisselen? Ofwel: maatregelen nemen om de gevol
gen te bestrijden, zonder de oorzaak aan te pakken?
In feite splitste men de schutterij op in twee delen, namelijk in een wèl en in een
niet politiek betrouwbaar deel. Zo probeerde de patriotsgezinde krijgsraad het mili
taire initiatief in de stad in eigen handen te houden, door bij onrust en gevaar al
leen de politiek betrouwbare schutters onder de wapenen te roepen, en ontwape
ning van betrouwbare schutters te voorkomen. Wie met die genoemde vrijwilligers
werden bedoeld laat zich makkelijk raden: de leden van het Goudse vrijkorps. Niet
voor niets had men twee dagen daarvoor aan dit korps meer armslag gegeven.
Heel duidelijk wordt dit uit verschillende vermeldingen in de maand september, dat
het piket of de nachtwacht werd gelopen door enige vrijkorpsleden, en niet - zoals
gebruikelijk - door de schutterij. Of dit ook al vanaf 11 juni gebeurde kon niet wor
den achterhaald. In ieder geval wordt dit feit in bronnen vanaf begin september
meermalen gemeld. Blijkbaar wilde men dus de dagelijkse controle over de stad niet
in handen leggen van niet te vertrouwen orangistische schutters, maar toevertrou
wen aan de politiek betrouwbare leden van het patriotse vrijkorps.16
16 Verslagen van De Lange; verslag Couperus in Requestboek, SAMH, OAG, inv.nr. 218, 13
september 1787
17 Hier is het op korte termijn blijkbaar niet van gekomen. Er zijn namelijk geen publicaties
van de magistraat over dit onderwerp in de maand juni 1787 uit de publicatieboeken bekend.
Wel werd door de magistraat van Gouda enige weken daarna, op 4 juli 1787, een publicatie
van de Staten van Holland over hetzelfde onderwerp afgekondigd; zie hierna. SAMH, OAG,
inv.nr. 319 en 323, Publicatieboeken van de magistraat.