92
r
Uniform van het Goudse
Gewapende Burgerkorps
in 1787 Atlas van Stolk,
Rotterdam
Aan de Burgercommissie te Woerden36 werd opge
dragen zogenaamde vliegende legertjes te forme
ren, bestaande uit vrijkorporisten (zowel infanterie
als cavalerie) en voorzien van ruim voldoende artil
lerie.37 De beide legers, ook wel aangeduid als bur-
gerkorpsen of burgerlegers, en elk enige honder
den manschappen groot, zouden vooral voor bin
nenlands gebruik zijn bedoeld. Dit bleek ook uit
een bericht in een van de patriotse bladen van juli
1787.38 Daarin werd gemeld dat het legertje voor
namelijk zou dienen om de oproermakers in het
oog te houden, en daarheen te gaan waar zulks
nodig was om die oproermakers te beteugelen en
te straffen. Verder zag men het leger als een goe
de gelegenheid om de leden van de vrijkorpsen in
de praktijk te laten oefenen in de wapenhandel en
de krijgskunst. Kernidee was: zich daarheen bege
ven waar de nood het vorderde. Middelen waren:
snelheid en zware bewapening. Omdat uiteraard
niet alle vrijkorporisten tegelijk in het leger konden
dienen, werd een rouleersysteem ontworpen.39
Formeel was het Burgerleger bedoeld om de bin
nenlandse rust te handhaven en op te treden te
gen, zoals men dat noemde, 'oproermakers' (de
orangisten), en die te beteugelen (te ontwape
nen,40 een belangrijke doelstelling van het Burger
leger voor het Zuid-Hollandse platteland) en te
straffen. Dit was de voornaamste taak van het Burgerleger, maar niet de enige,
want in de praktijk zou het op verzoek ook militaire ondersteuning geven aan remo-
ties (afzetten) van orangistische regenten en bestuurders in dorpen en steden, of
nam daar zelf het initiatief toe.
Op 3 en 4 augustus werd te Woerden een troepenmacht van vrijkorporisten samen
getrokken, bestaande uit infanterie, cavalerie en artillerie. Het commando lag in
handen van A.G. Mappa, de bevelhebber van het Delftse Genootschap van Wapen
handel. Men kampeerde in tenten.
36 Deze Burgercommissie was op 6 september 1786 benoemd door de provinciale vergadering
van vrijkorpsen te Leiden en bestond uit negen personen. Deze commissie moet niet worden
verward met de Defensiecommissie, op 12 juni 1787 benoemd door de Staten van Holland,
waarin o.a. de Goudse burgemeester Mr. Martinus van Toulon zitting had. Beide commissies
zetelden te Woerden, de eerste in het regthuis, de tweede in het kasteel.
Colenbrander III, 86-87, 211; Vreede, Levensloop, 54
37 Colenbrander III, 247-248; Geyl, Patriottenbeweging, 178-179
38 Geciteerd in: NNJ, juli 1787, 2001-2002
39 Zie hierna.
40 Vreede, Levensloop, 53-54
F
f
A