Stadhouder Willem V 76 Oproer te Gouda. De contrarevolutie van 17 september 1787 In de zomer van 1785 werd te Gouda de Patriottische Sociëteit op gericht, en in hetzelfde jaar volgde een vrijkorps, ongeveer 120 man groot, onder aanvoering van de pa- triotse regent Cornelis Joan de Lan ge, heer van Wijngaarden en Ruig- broek. Het grootste deel van dit vrij korps lag sinds juni 1787 gelegerd aan de Hollandse Waterlinie, bij de Goejanverwellesluis (is thans: He kendorp), want men vreesde een in val van het leger dat onder bevel stond van stadhouder Willem V. In de loop van augustus sloot nagenoeg de helft, zo'n 40 tot 50 man, waar onder De Lange, zich aan bij een pa triots burgerleger ("Vliegend leger tje") onder bevel van G. Mappa, dat in Holland rondtrok om het Westland van orangisten te zuiveren. In Delft hielp dit leger op 21 augustus via een remotie van orangistische regen ten een patriotse meerderheid aan de macht. Het nadelige gevolg van deze deel name aan het burgerleger was wel dat de Goudse patriotten in hun eigen stad de nodige gewapende bescherming ontbeerden tijdens de Pruisische invasie. De orangisten grepen nu hun kans. In Gouda was op 18 februari 1787 een Oranje- sociëteit opgericht, geleid door Frederik van der Hoeve, de zoon van de orangisti sche regent Willem van der Hoeve. Op zondag 16 september 1787 bereikte Gouda het bericht dat het patriotse bolwerk Utrecht was gevallen en dat het Pruisische le ger naderde. Dit was het sein om in actie te komen. De dag erna, 17 september 1787, viel Gouda ten prooi aan een gewelddadig oproer, georganiseerd door de lei ders van de lokale Oranjepartij en uitgevoerd door het orangistisch gezinde lage volk uit de sloppen en stegen van Gouda, aangevuld met plattelandslieden en aller hande los schippersvolk (een groep die bekend stond om zijn trouw aan de stad houder). Een dramatisch overzicht van de gebeurtenissen op die dag treffen we aan in een gedetailleerd verslag van 37 pagina's, dat kort na de gebeurtenissen werd geschre ven, in oktober 1787. De auteur is onbekend, maar inhoud, stijl en toon verraden dat hij een Goudse patriot moet zijn geweest. Dit verslag werd recent in druk uitge geven via de publicatie van twee artikelen in het tijdschrift Tidinge van de histori sche vereniging Die Goude (nummer 4 van 2005 en nummer 1 van 2006), en kan met vrucht als verdere verdieping naast deze inleiding worden gelezen. «bat..

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2006 | | pagina 6