8 Op basis van het namenmateriaal is een goede datering mogelijk. Zonder aanslag is alleen de heer Van Wyngaerden (gesitueerd aan de - veronderstelde - Oostzijde van de Haven); in de marge is een handje getekend bij zijn naam. Het betreft Jacob Oem van Wijngaerden, die op 24 april 1573 commissie ontving van Willem van Oranje als gouverneur, baljuw en kastelein van de stad en die jonker Adriaen van Swieten in die functies verving.17 Het kohier moet dus van na deze datum zijn. De in het Goudse katern aangeslagen burgemeester (Cornelis Woutersz. aan de noordzijde van de Gouwe, aanslag 12p.) komt ook met dit jaar overeen. Jan Pie- tersz. wordt als gewezen schout ('eertyts') genoemd, hij was woonachtig aan de Naaierstraat en daar de enig aangeslagene (9p. 12s.). Volgens Hibben liet hij in de lente van 1573 na een mogelijke vlucht het schoutambt vacant.18 De vlucht lijkt ge zien de aanslag niet zeker. Het register van Moordrecht Een wel gedateerde opgave van de capitale impositie van één buurdorp is ook be waard. Van 13 mei 1573 dateert het kohier van Moordrecht, overigens bewaard in een geheel ander archieffonds.19 Het betreft hier het originele kohier, en de aanhef leert dat de heffing geschiedde door mr. Cornelis van Bochorst, raad ordinaris van het Hof van Holland in opdracht van de prins van Oranje. Diens commissie door Wil lem van Oranje tot inning van het 'hoofdgeld' in Gouda en ressort dateert van 25 april 1573.20 De ontvangsten dienden tot bevrijding en bescherming van het land.21 Het kohier van Moordrecht heeft de namen van personen (uitgezonderd vrouwen wier mannen zijn ingeschreven en onmondige kinderen die leven van aalmoezen en conventualen van conventen) zonder ordening naar straat o.i.d. Degenen die onder de 50 pond rijk zijn hebben hier geen aanslag. In totaal worden 108 personen ge noemd (106 aanslagen: 2x2 personen samen aangeslagen), waarvan 43 'nul' ach ter de naam hebben en dus minder dan 50 pond aan rijkdom vertegenwoordigden. De 106 aangeslagenen mogen als gezinshoofden worden gezien. Als het aantal hui zen daarmee gelijkgesteld wordt is een enorme stijging te zien in vergelijking met het tiende penning-kohier van 1562, dat 51 huizen telt.22 De som van het kohier bedraagt 6 pond 19 stuiver: bijna 7 pond dus of minimaal 3500 pond aan kapitaal. De grens voor de aanslag lag in het dorp dus 12x lager dan in de stad (50 pond te gen 600 gulden)! 17 Hibben, p.73 en 95 nt. 34. Vgl. site ING (Inst. voor Ned. Gesch., Den Haag) www.inghist.nl voor de database van brieven van Willem van Oranje: nr. 2561 18 Hibben, App. p.266 19 te vinden onder de restanten (V-nrs.: Varia) van de Rekenkamer, afdeling Registers (NA, Rek.Reg) V22 omslag 4 20 ING database WvO nr. 9463. Vgl. de commissie voor Gorcum twee dagen eerder aan Hendrik van Persijn: nr. 2790 21 Op 11 nov. 1573 gaf Willem van Oranje aan de magistraat van Rotterdam opdracht tot inning van een gedeelte van het hoofdgeld ter verdediging van de plaatsen langs de Maas: ING data base WvO nr. 10178. 22 NA, StvH inv.nr. 1356: huizen in het veen: 19, aan de dijk: 32

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2007 | | pagina 10