Zinloos geweld op de Varkenmarkt
Jan Lafeber
ps
10
Varkenmarkt met grachtje, ca 1910
(middenin de Infanteriekazerne)
1 Vermoedelijk is dit de Willem Carlier die veertien dagen voor dit voorval (op 15 april 1743) is
getrouwd met Jacoba Beversluis.
2 Marrigje Jans werd beurtelings "de Lange Naaijer" of "de Lange Mooije" genoemd. Zij
trouwde in 1724 met Hendrik Hogeboom. Hun zoon Philippus werd in 1728 geboren. Marrigje
dreef een kroegje aan 't Watertje, dit is het Agnietenwatertje of Lombardswatertje, dat vroe
ger van de Zeugstraat naar de Vogelenzang (=Wilhelminastraat) langs de Agnietenkapel liep.
3 Cornelia de Jager was weduwe van Jan Onderwater, met wie zij in 1732 was getrouwd. Zij
was eerder getrouwd geweest (in 1730) met Joost Meesse Tuinenburg. Haar zoontje Bartho-
lomeüs is een kind uit dit eerste huwelijk, hij werd in 1730 geboren.
Het is een rustige lentenacht, 30 april 1743. Maar de twee mannen die laat in de
nacht door de Spieringstraat, langs het kerkhof, naar de Vogelenzang lopen zijn al
lerminst rustig. Nou ja, mannen: één van hen is nog een jongen van 15 jaar, de
schoenmakersleerling Philip Hogenboom, maar hij doet zeker niet onder voor zijn
maat, de 21-jarige lakenwever Willem Carlier.1
Schreeuwend en vloekend lopen
ze door de Vogelenzang naar de és
varkenmarkt, op weg naar de
moeder van Philip, Margje Jans,
ook wel de lange Naaijer ge
noemd, die vast nog wel wat te
drinken voor hen zal hebben. Zij m
drijft een niet zo best bekend
staand kroegje aan 't Watertje.2
Maar eerst zijn ze nog op zoek
naar...? Ja, naar wat? Iedere voor
bijganger op dit uur van de nacht
loopt het risico een slachtoffer van
deze ruziezoekers te worden. Maar
ja, midden in de nacht is er niet zo
veel volk bij de weg. Maar toch,
op de Varkenmarkt gekomen, zien
ze bij het bruggetje in de buurt
van de Nieuwsteeg een vrouw a
zoekend rondlopen. ''Die zullen we
eens flink te grazen nemen", is
hun niet uitgesproken, maar wel
beider idee.
Cornelia de Jager3 - de vrouw op het bruggetje - is vertwijfeld op zoek naar haar
dertienjarige zoontje Mees, die die avond niet is thuisgekomen. Zij ziet beide man
nen aan komen lopen. Eerst hoopt ze dat deze mannen misschien wel kunnen hel
pen bij haar zoektocht naar haar zoon. Maar hun houding voorspelt niet veel goeds.
k'
.si