s
PATRIOT TE
E
I
VOOR
D E
60
Eerste pagina
van het pamflet
'Iets voor de
patriotten'
(Gouda, SAMH,
Librije-coll.
1139 F117)
- Vliet, R. van, 'Leiden and censorship during the 1780s. The Overraam affair and Elie
Luzac on the freedom of the press', in: J.W. Koopmans (ed.), News and politics in
early modern Europe (1500-1800), Leuven, Parijs and Dudley 2005.
- Vliet, R. van, 'Leidse letsen. Orangistische en patriotse propagandastrijd in Leiden
(1784-1786)', Holland, historisch tijdschrift 38 (2006), nummer 4, 289-304.
- Vuyk, S., Verlichte verzen en kolommen. Remonstranten in de letterkunde en tijd
schriften van de Verlichting 1720-1820(Amsterdam 2000).
- Wissing, P. van, Stokebrand Janus 7757 (Nijmegen 2003).
- Wit, C.H.E. de, De Nederlandse revolutie van de achttiende eeuw, 1780-1787. Oli
garchie en proletariaat (Oirsbeek 1974).
M Y N HEER!
Tk ben een Sluipwykfche Turfboerdie myn meefte
1 Clandifie heb te Montfoorc Ysfelftein Oowater,
Schoonhoven* Leyden en Gouda* maar in de laatfte
Stad kom ik ’t meest, en byna dagelyks waarom je
ligt begrypt, dat ik wei wat hoor en zie, en kryg ilt
20 wat van de goeie lui te leen om te leezen dan neem
ik het mee na huis, en dnn gebeurt het wel eens» dat
my dan wat voor,en dan weer wat tegen de Priasin de hand
geflopt iswaar door ik dan vooral uit de Post van den
Neder-Rhy» Politieke Kruijer, Praatvaar, en zoo veel
andere van dat flag, waar mede onze Uornr»/
die een Amfterdammcren een Neet van de Goudle
Z>o. Couprruren een Boezemvriend van Do Smit te Gou
da is, die beiden Honoraire Leeden van een der twee
Êxcerceerende Genoodfchappen zyn, mede in zyn zak
by de boeren rond looptdat allerlei flag van menieben
»ig th3nds_ver(lpucen om te fchryven. en om dat ik nou
voor de vóïst gezegt» het meeste lm aak in de Vader-
landfche weekbladen» de Vredebazuin, Vaderlandfche
Byzonderheden en Politieke Praatmoer vinde, zo febryf
ik ook eens aan Uw, om je te vertellen wat ik zoo al
gehoort, gezien en bygewoond heb, om of je hier of
daar *er zoo wat van te pas zon kannen brengen; maar
je mot ala Je blieft, het zoo wst befchaaven, want een
Boer is en blyft altyd maar een Boer.
Voor eerst mot je dan weeten dat onze Do. Kluwen
als gal tegens de Prins is, maar buiten dat is hy een zeer
gemeen man, want hy draaft by ogtend vroeg middag
ja zelfs ‘snagts als een paard van een daalder; trouwens
het vet hindert hem zo min als zyn Studie, en hy is wel
opgebrogt, want komt hy voor of na melktyd by een
Boer, die hem vraagdt Domend, lusje een borrel, hy
aal het nooit weigerenen zo het de Boer vergeetzo
sal hy niet onbefchaamt zyn om *t te vragen als of
hy bezweet, of kond is, en daar altoos by zeggen:
vooral tog geen Oranje geneever, mant zuivere Vader-
Inndfche Schiedammeren dan is het een plaifier om ze
hem te zien kaiwen; met dat al is hy fober» want als
A hy