63
.34
34 Missive en memorie van stadhouder Willem V, van 7 oktober 1782. In dit honderden pagi
na's tellende geschrift probeerde hij de tegen hem geuite beschuldigingen aangaande de te
kortkomingen van het marinebeleid, zoals traagheid en weifelzucht, te weerleggen. Nog in
hetzelfde jaar 1782 verscheen een bondige samenvatting in druk (52 blz.), onder de titel
Zaaklijke inhoud van de Missive en memorie (beide pamfletten in Knuttel: 20068 en 20069).
Op die laatste publicatie, de Zaaklijke inhoud, wordt hier gedoeld. De Jonge, Nederiandsche
Zeewezen, zesde deel, eerste stuk, 44-46; Geyl, Patriottenbeweging, 64.
35 Voorjaar 1783 trad de Goudse baljuw Plemper van Bree op tegen verspreiding van de Zaak
lijke inhoud en liet de exemplaren in beslag nemen. Voornaamste verspreider bleek de Rot
terdamse boekverkoper Bennet. De Zaaklijke inhoud werd door hem zelfs gratis verspreid. In
de Bijlage hierachter wordt deze gebeurtenis uitgelegd: waarom trad de Goudse baljuw er
tegen op, en waarom klaagde Gouda er over bij het Rotterdamse stadsbestuur?
36 Burgemeesteren of Schepenen.
37 Spreekwoord, betekent dat hem iets zwaar is tegengevallen. De pamflettist noemt geen
namen, maar met de dominee bedoelt hij waarschijnlijk dominee D.J. Metske, en met de ad
vocaat bedoelt hij mr. Frederik van der Hoeve, de zoon van de regent Willem van der Hoeve.
Beide heren stonden bekend als overtuigde orangisten.
38 Dominee Petrus Theodorus Couperus (1722-1799) werd hiervoor al even genoemd. Hij was
de vader van mr. Jan Couperus, kapitein van de schutterij, die in 1785 in de vroedschap werd
opgenomen. Dominee Couperus was bevriend met Betje Wolff, en was regelmatig te gast op
Santhorst (zie hierna). In 1781, zelf weduwnaar van zijn tweede vrouw, hertrouwde hij met
Huberta Catharina van Eijck, de weduwe van mr. Bartholomeus de Moor van Immerzeel
(1722-1779), vroedschap te Gouda van 1748 tot 1778, en ook vele malen burgemeester. Ook
hij behoorde tot de vriendenkring van Betje Wolff, en bezocht geregeld Santhorst. Buijnsters,
Wolft Deken, 81.
39 Dominee Jan Arent Smit (1742-1800). Ook hij werd hiervoor al even genoemd. Smit was
van 1777 tot 1800 dominee te Gouda. Daarvoor had hij gestaan te Twello (1763-1772) en
Breukelen (1772-1777). Smit was, anders dan Cluwen, geen lid van het vrijkorps, maar ont
zag zich niet om de exercities, "tot aanstoot van veele zijner gemeente nu en dan, in staatie
gemanteld en gebefd met sijne praesentie te honoreeren." Dus: gekleed in zijn ambtsgewaad,
de oefeningen van het Goudse vrijkorps bij te wonen. Van Hattum, Patriotten te Gouda, 100.
40 Mr. Jacobus Blauw (1759-1829), kapitein v.d. schutterij (compagnie Westhaven), en mr.
Jan Couperus (1755-1833), kapitein v.d. schutterij (compagnie Markt). Beide kapiteins waren
patri otsgezi nd.
41 De remonstrantse predikant Jacob de Roy. Hij stond achtereenvolgens te Berkel, Gouda
(1782-1786) en Alkmaar. Zijn vrouw Sara Maria was de dochter van Abraham Maas, een re
monstrants predikant te Zoetermeer. Vuyk, Verlichte verzen en kolommen, 161.
de Memorie van den Prins in huis hadden, en van wien zij ze uit de Stad hadden
gekreegen, en hij aan dien Heer belooft heeft, zo als hij ook trouw heeft gedaan,
namentlijk om ze bij de Boeren zo wel optehalen, als den Bw. in de Stad bij de
Boekverkoopers niet alleen,35 maar zelfs bij deftige Luiden, als Predicanten, Advo-
caaten &c. gedaan heeft; en dat zonder Authorisatie van Bn of Sn,35 ja
zelfs zonder hun kennis, en dat wel met ijsselijke dreigementen, schoon bij veele,
maar bijzonder bij eene Domenden Advocaat ten haring is gevaaren,37 en met
aan eenige Burgers de vuilste, ja godlooste boekjes in de plaats te geeven; en zo
heeft onze Domené bij de Boeren gedaan; en Do. Couperus® en Smit?0 Capiteinen
B/aauw, Couperus?0 de Armiaansche Do. de Roo?r den omgekeerde Armiaansche