67
hoop74 om Vroedschap nog eens te worden, thands de vuilste in den bek tegens de
Prins, de brutaalste tegens zijn Burgers, en de slegtste van Finantien en gedrag van
gantsch Gouda, en de grootste lache voor zijn man is, met zijn monteering op zijn
lijf in de deur van 't Ojevaarsnest, met een glas wijn in de hand gaan staan, en
heeft, na deze menschen veel smaad toegeduwt te hebben, opentlijk op de onder
gang van dat verde Oranje Stokke Genoodschap gedronken, hun met najouwen
vervolgt, tot dat zij zulks moede zijnde, in voorn. Herberg zijn getreeden, hun uit-
gedaagt, en zodanig bedreigt hebben, dat de meeste, bijzonder van Leeuwen, als
dooijen besturven, zoete lamoenen verkogten,75 en als [5] Veldhoenen over de hei
de vlugtede, zo dat sommige zig hier en daar in huis, op de werf, in hoeken,
gaaten, kasten, op zolder, op de vliering en in de kelder verborgen, agter uit vlo
den, zig den IJssel met omgekeerde of toegeknoopte monteeringen, zonder zwarte
Cocardens75 op hun hoed, lieten overzetten,77 door modder en slijk na een goed
heen komen zogten; gelijk eene Hospes in de Rooije Leeuw, genaamt Melchert™ en
eene Zoon van den Wieldraaijer van der Bent™ beide vuile Roomschgezinden,80 als
lachjes81 gedaan hebben;82 zijnde eenige 's nachts, andere 's morgens uit hunne
schuilplaatsen in Heggen en Struiken aan den Dijk in stilte in de Stad gesloopen, en
van Leeuwen, die met opscheuring van zijn monteering, hun handen en stokken
ontkomen was, kwam nog gelukkig t'huis: dan weinig dagen daar na hoorde ik, in
de Stad zijnde, dat hij door eene Zouteviskooper, zijn Buurman, des morgens vroeg
bij 't wijf was betrapt, en met een drooge Stokvis ongenadig was afgebeukt.
De naamen van de principaalste Goudse Helden, zijn: eene Roomsche Tabaks-
kooper Verzijl, wiens Vaar Heereknegt en Commis ergens die weg na de Mokerheide
geweest is;83 eene Snotschrapper Jan Turin™ wiens Grootvaar, Moer, Vaar en zijn
74 De pamflettist zegt hier dat de vader van Cornelis van Leeuwen alleen uit persoonlijk be
lang (een zetel in de Goudse vroedschap proberen te verwerven, pure baantjesjagerij dus)
het kamp van de prins heeft verlaten.
75 Lamoenen limoenen citroenen. Betekent hier zoveel als "zoete broodjes bakken".
76 Zwart was de partijkleur van de patriotten.
77 Te Haastrecht was een voetveer over de IJssel. Kölker, Haastrecht, 119-122.
78 Hendrik Melkert, katholiek, van beroep herbergier of tapper, en lid van het Goudse vrij
korps.
79 Dionij (Neijs) van der Ben(t), katholiek, van beroep stoeldraaier, en lid van het Goudse vrij
korps.
80 Zoals de pamflettist de remonstranten met de - veelal beledigend bedoelde - term armini-
anen aanduidt, zo worden de katholieken door hem (ook niet mis) "vuile Roomschgezinden"
genoemd.
81 Lachies lafaards, lafbekken. Zie ook eerdere voetnoot, met uitleg bij het woord "lacheus"
(lafhartig).
82 Waarschijnlijk wordt hiermee bedoeld dat zij zich als lafbekken gedroegen.
83 De katholieke tabaksverkoper Martinus Verzijl Jansz (1754-1801). Zijn winkel bevond zich
op de Lange Tiendeweg, nabij de Borstelbrug. Hij was een zoon van Jan Verzijl (1696-1796),
die het beroep had uitgeoefend van commies van de konvooien en licenten, en controleur van
de tollen te Katwijk aan de Maas. Martinus Verzijl was lid van zowel de Goudse Patriottische
Sociëteit als van het Goudse vrijkorps (hij was daarin kapitein).
84 Jan Turin Jr. (1752-1795), waals gereformeerd, en chirurgijn van beroep.