69
85 de armenzorg van de waals-gereformeerde kerk te Gouda.
86 Hier wordt bedoeld sodomie (homoseksualiteit), een misdaad waarop in de achttiende
eeuw de doodstraf stond, ook in Gouda, zoals we zullen zien. Jan Kleijpool (1754-1804) was
vleeshouwer van beroep, en woonde in de Peperstraat. Hij was een patriot, want hij was lid
van de Patriottische Sociëteit en het vrijkorps. Hij huwde op 2 mei 1779 met Anna Bruinvis,
geboren te Gouda op 1 oktober 1755, dochter van Cornells Bruinvis en Aagje Maarschalk. In
1777 vonden te Gouda twee terechtstellingen vanwege sodomie plaats. De twee mannen
werden gewurgd door de beul, waarna hun lijken in zee werden geworpen. Het ging om Ja
cob van Erven (21 november 1777 terechtgesteld) en Dirk Bruijnvis (19 december 1777 te
rechtgesteld). Deze Dirk Bruijnvis was geboren te Delft in 1748 (bij zijn terechtstel Ing was hij
althans 29 jaar) en was verver en glazenmakersknecht van beroep. Op 14 april 1776 huwde
hij te Gouda met Baartje van der Linden (bron: trouwen Gerecht). Zij overleed als "de wedu
we van Dirk Bruijnvis" op 4 augustus 1791. Anna Bruinvis had een oudere broer, Dirk Bruin
vis, geboren te Gouda op 10 maart 1741. Hij was bakker van beroep en woonde op de West-
haven. Evenals zijn zwager (dus die Jan Kleijpool) was hij patriots, want ook hij was lid van
de Patriottische Sociëteit en het vrijkorps. Hij overleed op 18 juli 1797. Het lijkt er dus op dat
de pamflettist twee personen met zowat dezelfde naam al dan niet bewust door elkaar heeft
gehaald. Weliswaar was ene Dirk Bruijnvis voor sodomie terechtgesteld, maar dit bleek niet
de zwager van Jan Kleijpool. Wilde de schrijver twee patriotten tegelijk zwart maken? Of was
hij gewoon verkeerd geïnformeerd? Een eventuele familieband tussen beide mannen kon ik
niet vinden. Jong, M.G.C.J., 'Sodomie in oud-Gouda', in: Tidinge van Die Gouden (1986), nr.
4, pp. 5-9; Meer, Th. van der, Sodoms zaad in Nederland. Het ontstaan van homoseksualiteit
in de vroegmoderne tijd (Nijmegen 1995). De pp. 143-152 gaan over straffen in sodomiepro-
cessen. De beide Goudse terechtstellingen uit 1777 worden in dit boek niet vermeld.
87 Dirk Sibbes, van beroep schoenmakersbaas, en lid van zowel Patriottiche Sociëteit als vrij
korps,
88 Waarschijnlijk is hier door een drukfout een "I" weggevallen en wordt hier "ongodistische"
bedoeld.
89 G.T. van Paddenburg, de Utrechtse uitgever van het patriotse tijdschrift De Post van den
Neder-Rhijn.
90 Betreft waarschijnlijk Coenraad Blom, pijpmaker in de Kuipersteeg, lid van de Patriottische
Sociëteit.
91 Een debauchant een losbandig persoon.
92 De orangisten noemden zich zelf vaak "ouderwetsche" patriotten, waarbij dan werd be
doeld: oud goed en vertrouwd. Hun tegenstanders betitelden ze veelal als "nieuwerwet-
sche" patriotten, wat negatief was bedoeld.
gantsche geslagt, Fransche vlugtelingen, en van de Fransche Diaconie85 gealimen-
teert zijn en nog worden; eene Armiaansche K/eijpo/e, Zoon van een arme jakhals,
dog vuile Vleeshouwer. NB. deeze K/eijpo/e zijn Zwager, is pas voor weinig jaaren
wegens Se85 opgehangen; eene Sibbes*7 een arme Sleepers Jonge, die nou
Schoenmakers Baas is; eene Apothecar Paddenburg, Zoon van de Goudsche Ongo-
distsche88 Collecteur, Neef en Schoonzoon van den Drukker te Utregt;89 deze die
niet te vreeten heeft en een der eerste Oproermakers en omgekeerde Armiaan is,
was met zijn Vaar en Oom eene Pijpmakers Baas, B/om genaamd,90 die voorheen
zoo een groote Prinsman als debauchant91 was, gelijk hij nu fijn en een Nieuwer-
wetsche Patriot92 wil zijn - digt bij Haastregt, toen zij dat hoorden en regts om
keerdje speelden; en eene spoedig afgewerkte Schoenmaker en uitgelooide van