70
93 Geen voornaam genoemd; betreft waarschijnlijk Daniel van Genderen, ook adjudant van
het vrijkorps.
94 Abraham Dukkel. Hij woonde in het oudemannenhuis te Gouda, en overleed er op 17 okto
ber 1787. In het Gaardersarchief inzake de begrafenisbelasting (Middel op Begraven) staat
achter zijn naam: onvermogend. Of dit het gevolg was van oplichterij door de "berugte
Schelm" is niet bekend.
95 Willem van Genderen, een winkelier, kwam uit Schoonhoven, en vestigde zich in 1758 met
zijn gezin in Gouda. Dat bankroet is onbekend, wel gold hij in de gaardersregisters van de
trouw- en begrafenisbelasting bij zijn huwelijk in 1752 en ook nog bij zijn overlijden in 1797
als onvermogend. Hij was de vader van o.a. Daniel van Genderen en Michiel van Genderen.
Alle drie waren ze lid van de Goudse Patriottische Sociëteit.
96 Michiel van Genderen, pruikmaker, geboren in 1752 en zoon van Willem van Genderen. In
1775 huwde hij met Maria van Heusden (hier door de pamflettist van een losbandig voorhu
welijks "verleden" beschuldigd).
97 Mr. Cornells Nicolaas Plemper van Bree (1752-1805), van 1782 tot 1787 baljuw en schout
van Gouda.
98 Blijkbaar een conflict over het bekleden van een stedelijk ambt. Over deze zaak kon ik niets
achterhalen.
99 Frangois Grendel (1743-1805), apotheker aan de Westhaven, lid van de Goudse Patriotti
sche Sociëteit.
100 Gerardus Maas, Gerrit de Vooijs en Christiaan Eling.
101 Waarschijnlijk wordt hier bedoeld de vaandrig van de compagnie Westhaven, Hermanus de
Coole.
102 Mr. Gerardus de Man (?-1791) was in 1785 luitenant van de compagnie van de Markt. Ook
was hij lid van de Goudse Patriottsche Sociëteit. Hij was echter niet remonstrants farmi-
aansch") maar waals gereformeerd.
103 Alle vier de kapiteins van de schutterij in 1785 (mr. Jan Couperuss, mr. Jacobus Blauw, mr.
Adriaan van der Does en mr. Huijbert Griffioen) waren lid van de Goudse Patriottische Socië
teit, vandaar "vuile Capiteins".
104 Mr. Jacobus Blauw (1759-1829), de zoon van dominee Pieter Blauw. De neef die hier
wordt genoemd is dominee Johannes van Spaan (1720-1789) te Den Haag. Singeling, Gezelli
ge schrijvers, 317.
105 Mr. Adriaan (Jacob) van der Does (1756-1830), zoon van mr. Bruno van der Does. De
pamflettist maakt een fout. De "ritmeester" was de in 1764 overleden Matthias van der Does,
een jongere broer van mr. Bruno van der Does. Kapitein Van der Does was dus geen zoon
van diens weduwe, maar een neef van haar overleden man.
Genderen,93 die met zijn Vaar de Kousekoper, berugte Schelm en Bedrieger, onder
anderen gebleeken aan eene Dukkel94 in het Oudemannehuis, en die bangueroet uit
Schoonhooven is gegaan,95 daar deze zijn Vaar is uitgebannen; en zijn andere Zoon
de Pruikemaker, getrouwd met een oud afgereeden Rijpaard van verschelde Hee-
ren,96 bijzonder van den Bw. P.,97 die met hun driën de eerste Oproermakers zijn,
en den Burger Adjudant Jan Verboog, heeft [6] zoeken uit 't zaal te ligten, in zijn
plaats Adjudant te worden; en evenwel tweede Adjudant gemaakt is, om dat hij de
Vrij-Corpsen leerd,98 en verschelde zulken Ruig meer, als Gerrit de Rijk, den Fijne
Apothecar en Diacon Grendel^ de Sergeanten Maas, de Vooijs, Eiing,wo en ver
schelde Luitenants en Vaandrigs Co//é,101 de Armiaansche de Man-,102 de vuile Capi
teins103 Blauw, Zoon van wijlen den Domené en Prinse Vriend, dog nu Neef van Do.
Spaan in den Haag.104 l/a/7 der Does, Zoon van Mevr, de Wed. van de Ritmeester105