71 106 van Amsterdam voerde, van Gouda, in de Admiraliteit zittende, ter- 106 Mr. Huijbert Griffioen (1754-1836), zoon van dr. Willem Griffioen (1722-1796), o.a. bur gemeester van Gouda in de jaren 1782, 1785 en 1786. 107 Mr. Jan Couperus (1755-1833), zoon van de al eerder genoemde Goudse dominee P.T. Couperus. 108 Marcellus Bisdom, heer van Vliet (1729-1806). Hij werd geboren in 1729 te Haastrecht, werd in 1776 poorter van Gouda en trad in 1782 toe tot de vroedschap. In 1782 en 1783 be kleedde hij er het schepenambt. 109 Iemand die paarden castreert. "Lubben" betekent castreren, een "lubber" doet dit voor zijn beroep. 110 Advocaat-fiscaal van de admiraliteit van de Maas te Rotterdam was Dirk Rudolph Wijcker- held Bisdom (1740-1814). Hij bekleedde deze functie van 1780 tot 1785, toen hij tot thesau- rier-generaal van de Unie werd bevorderd. De bekende mr. Pieter Paulus (1753-1796) volgde hem op. In april 1788 werd Paulus vanwege zijn patriotse gezindheid van zijn functie onthe ven. De Jonge, Neder/andsche Zeewezen, zesde deel, eerste stuk, 51-53, 59-61 en 415; Vies, E.J., Pieter Paulus (1753-1796). Patriot en Staatsman (Amsterdam 2004), 52-76. 111 Een van de vereisten om vroedschap te worden was dat men minstens zes jaar poorter van de stad was. Bisdom van Vliet, oorspronkelijk afkomstig uit Haastrecht, werd in 1776 poorter van Gouda, en trad in 1782 toe tot de vroedschap. De beschuldiging van de pamflet tist lijkt dus ongegrond. De Jong, Met goed fatsoen, 35, 327. 112 De verjaardag van stadhouder Willem V, een dag waarop de autoriteiten orangistische or deverstoringen vreesden. Met "toen eenige Burgers schooten" wordt bedoeld: toen enige burgers die dag vuurwerk afstaken. 113 De pamflettist beweert met andere woorden dat Bisdom zijn tegenstanders "galg en rad" toewenste, is: ophangen en radbraken (nog in 1756, werd een zware misdadiger, Jan van Santen, te Gouda geradbraakt!). 114 Diens jongere broer Evert Bisdom (1733-1786), zeeofficier, vanaf 1781 schout bij nacht van Holland en West-Friesland. 115 Van 1759 (dood van prinses Anna van Hannover; zij was regentes voor haar minderjarige zoon Willm V) tot 1766. Op 8 maart 1766 meerderjarig geworden, werd Willem V als erfstad houder ingehuldigd. 116 In februari 1763 brak in Berbice (toen nog een Nederlands kolonie, na 1781 door de En- gelsen bezet en in 1815 toegevoegd aan Brits Guyana) een slavenopstand uit. Verschillende schepen werden uitgestuurd, zo ook op 20 juni 1763 de Doiphijn\ar\ de Admiraliteit van Am sterdam, een fregat van 24 stukken onder commando van kapitein Evert Bisdom. De Jonge, Griffioen-^ en Couperus, Zoon van den Domené.107 Den Heer Bw. P. v. B. kwam intusschen, toen de Goudsche Oproermakers, dog lachies van Vrij-Corpers, weg, maar de Haastregtsche Helden nog niet tot bedaren waren, met zijn Rijtuig in scheemer donker, zonder een eenig woord te durven kikken, daar door sluipen. Dewijl ik op het stuk van Haastregt ben, moet ik UEd. ook eens zeggen, wat ik gehoord en gezien heb. Voor eerst, dat de Vp en Sn B....nios te Gouda, die een Haastregtsche Boerejongen is, en wiens Grootvaar een hengste lubber109 was, en die door den Prins niet alleen in de Regeering, maar zelfs op voorspraak van zijn Neef de FI110 te Rotterdam, voor de tijd, bij de privilegiën gesteld, 't ge worden is,111 en nu zo bitter als gal is; zo dat hij op de 8. Maart,112 toen eenige Bur gers schooten, dorst zeggen: ik wou dat die verdomde Prinslui op het Rat zaten, en de Prins in ijzere kettingen aan de galg hong;113 ook nog, dat zijn Broer,114 die het eerste Schip, het welk in de minderjarigheid van de Prins115 verzeild hebbende,115 door Br. d.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2007 | | pagina 25