Bijlage. Nadere verklaring van voetnoot 13 [In de Nieuwe Neder/andsche Jaarboeken van mei 1783 staat op blz. 854:] 81 172 Lambert Bennet (1769-1803), oranjegezind boekhandelaar te Rotterdam. Vanaf 5 januari 1782 gaf hij, tezamen met Richard Hake, te Rotterdam het oranjegezinde periodiek De Ou derwetse Neder/andsche Patriot (1781-1782) uit. Van Wissing, Stokebrand Janus 1787, 335. 173 Johannes Rogatsnik (circa 1712-na 1788), drukker te Den Haag, o.a. van het orangistische De Post naar den Neder-Rhijn (1782-1784). Van Wissing, Stokebrand Janus 1787, 336, 592. 174 KB, afdeling Handschriften, 130F5:142 [brief van Johannes Olivier aan R.M. van Goens, 12 februari 1783], Met dank aan historicus en publicist Ton Jongenelen, die mij op deze briefwis seling opmerkzaam maakte. 175 Lambert Bennet en Charles Richard Hake (circa 1750-1839), uitgevers van (onder andere) het orangistische De Ouderwetse Neder/andsche Patriot. Van Wissing, Stokebrand Janus 1787, 335, 579. 176 KB, afdeling Handschriften, 130F5:156 [anonieme brief uit Gouda aan Bennet en Hake te Rotterdam, ontvangen 29 maart 1783], In 1787 zou Joost Bloet lid worden van de dan opge richte Goudse Oranjesociëteit. 177 Willem V was als kapitein-generaal en admiraal-generaal de opperbevelhebber van leger en vloot. Wanneer de Admiraal Generaal177 den 7 October 1782 (zie NIEUW. NEDERL. JAARB. 1782 bl. 1187-1190.) een Verdedigend Geschrift, of Justificatoire Memorie aan de Algemeene Staten hadt overgegeven, is niet alleen die Memorie zelve alom verkogt, Het Goudse stadsbestuur beklaagde zich via een brief (van 17 april 1783) bij het Rotterdamse stadsbestuur over de Rotterdamse boekverkoper Lambert Bennet.172 Die zou op alle mogelijke wijzen de Zaakiijke inhoud onder de bevolking versprei den, en zelfs gratis uitdelen. Daarop zat het Goudse stadsbestuur in de "tegen woordige tijdsomstandigheden" niet te wachten; een dergelijk geschrift zou, zo was de mening, slechts tot "twist en tweedracht" kunnen leiden. Bennet was naar Gouda gekomen om de Zaakiijke inhoud persoonlijk te ver spreiden nadat de gewone verzending, die liep via de Haagse drukker Johannes Ro gatsnik,173 al door een verbod was getroffen. Dit verbod werd in ieder geval uitge vaardigd vóór 12 februari 1783.174 Baljuw C.N. Plemper van Bree trad daarom tegen de boekverkopers op (gezien het meervoud werkten blijkbaar Goudse boekverkopers aan de verspreiding mee) en liet de Zaakiijke inhoud ophalen. Hierbij werd hij op het platteland geholpen door de patriotse dominee Dirk Cluwen, die zo behulpzaam was de boeren aan te wijzen die de Zaakiijke inhoud in huis hadden. Op 29 maart 1783 ontving de Rotterdamse uitgeverij Bennet en Hake175 een anonieme brief uit Gouda. De schrijver meldde dat slechts twee orangisten ter plaatse, de pijpenmaker Joost Bloet en zijn zwager, het aandurfden voor hun oran gistische gezindheid uit te komen. Verder verwonderde de smalle gemeente zich over het verbod op de Zaakiijke inhoud. Hieruit bleek wel dat op dat moment de orangisten te Gouda niet erg op de voorgrond durfden treden.175

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schatkamer | 2007 | | pagina 35