51
Wie zich in ons jaar 2007 zorgen maakt om de toon van het politieke debat of het
taalgebruik van sommige columnisten ("gaat dat niet wat ver, kan men dat nu alle
maal zo maar zeggen of schrijven"), welnu, die kan ik de lectuur van de politieke
pamfletten uit de jaren '80 van de achttiende eeuw van harte aanbevelen. Het is
ongelooflijk wat daarin allemaal gezegd kon worden. Natuurlijk werd er wel tegen
geprotesteerd, maar in de praktijk haalde dat weinig uit. De overheid kneep soms
een oogje toe als het pamflet in het eigen politieke straatje paste. De drukkers en
verspreiders, die er flink aan verdienden (de pamfletten werden verkocht), waren
moeilijk op te sporen, en de auteurs waren meestal - we merkten het al eerder op -
anoniem, een duidelijk teken dat ze zelf ook wel beseften hoe gevaarlijk ontdekking
kon zijn. Om dit soort redenen is er vaak weinig bekend over deze literaire onder
wereld tijdens het Ancien Régime.
Iets voor de Patriotten. Een antipatriots pamflet uit 1784 of 1785
Hierboven noemden we reeds, in het kader van de recente KB-lezing van Jonathan
Israel, de in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag berustende pamflettenverzame
ling. Die werd door W.P.C. Knuttel gecatalogiseerd. Daar zitten werkelijk prachtige
vondsten tussen.
Zoals het pamflet Iets voor de Patriotten, dat trouwens ook te vinden is in de Librije
van het Streekarchief Midden Holland.5 Het is een fel antipatriots pamflet dat da
teert uit vermoedelijk najaar 1784 of begin 1785, telt 11 pagina's in druk, en is een
juweeltje van partijpolitieke (in dit geval: orangistische) vuilspuiterij. Pagina na pa
gina worden Goudse patriotse voormannen met naam en toenaam genoemd en
vervolgens op de meest grove wijze over de hekel gehaald. Het pamflet is geda
teerd op 1 oktober 1784, maar dat kan m.i. niet kloppen.
De pamflettist noemt als de vier kapiteins van de Goudse schutterij de heren Blauw,
Van der Does, Griffioen en Couperus. Zij bekleedden dit ambt echter in het jaar
1785. In 1784 waren dat de heren Jongejan, Schoon, Couperus en Blauw. De con
clusie is dat het pamflet niet van oktober 1784 is, maar op zijn vroegst uit het begin
van 1785 dateert.5
Het pamflet werd ondertekend door Arij Veen, turfboer uit Sluipwijk. Het lijkt echter
uiterst onwaarschijnlijk dat het hier om een Sluipwijkse turfboer gaat, gezien stijl en in
houd van het pamflet. Eerder kan men vermoeden dat een Goudse of een Leidse oran
gist achter deze naam schuil gaat, iemand met een redelijke algemene ontwikkeling.
huid wie engelsgezind (lees oranjegezind) was te Gouda. De tekst was zeer hatelijk tegen een
aantal regenten te Gouda en tegen R.M. van Goens (hoogleraar te Utrecht, orangist, publicist,
en redacteur van het orangistische blad De Ouderwetse Nederiandsche Patriot, 1748-1810).
Het pamflet is opgenomen in Knuttel (20622), maar is ook te vinden in de Librije van het
Goudse archief (502 A 94). Met dank aan de historicus en publicist Ton Jongenelen voor de
gedetailleerde informatie over Hoefnagel.
5 SAMH, AC 192, Librije Gouda, signatuur 1139 F 117, Iets voor de Patriotten. Sluipwijk, 1
oktober 1784, Pamflet, gedrukt, 11 pagina's. Ook in Knuttel: 20918.
6 SAMH, AC 01, AOG, inv. nr. 448-449, Lijsten van de heren van de regering der stad Gouda
sedertlöOO.