55
De Leidse letsen in relatie tof Iets voor de Patriotten
Hierboven werd gesuggereerd dat de auteur ook uit Leiden afkomstig zou kunnen
zijn. Een deel van het pamflet gaat namelijk niet over Gouda, maar over specifiek
Leidse toestanden.
In Leiden woedde vanaf 1784 een felle pamflettenstrijd. In dat jaar verscheen het
anonieme pamflet Iets voor Leiden, fel orangistisch van toon. De - eveneens ano
nieme - tegenstanders reageerden met vergelijkbare pamfletten, die ze ook Iets
voor Leiden noemden, en van 2 tot 5 doornummerden. Die eerste Leidse Iets wordt
door onze pamflettist in bescherming genomen, door het een recht Vaderiandsch
blaadje Xe. noemen, wat in die tijd betekende: orangistisch.
De hoogleraar theologie aan de universiteit van Leiden, Carolus Boers (1746-1814),
voelde zich zó aangevallen in het beledigende "Klinkdicht" op bladzijde 9 (zijn or
thodoxie werd in twijfel getrokken door de beschuldiging van socinianisme, en
daarnaast werd hij beschuldigd van heimelijk remonstrants gedachtegoed prediken:
Om, onder Gommers schijn, Armijn in het hart te pree ken.}, dat hij van de burge
meesters van Leiden gedaan kreeg dat het pamflet Iets voor de Patriotten op 24
december 1785 werd verboden.14
12 Een orangistisch rekest uit april 1787 werd te Gouda ondertekend door 580 personen; hier
van ondertekenden er maar liefst 208, dat is 36%, met een kruisje. SAMH, AC 01, OAG, inv.
nr. 34, 23-24 april 1787.
13 Namelijk: 2de Iets voor de Patriotten, of vervolg van den Siuipwijkschen turfboer (uit 1785,
niet in Knuttel) en Iets voor de nieuwbakken Patriotten te Sluipwijk en Reeuwijk (uit 1786,
Knuttel 21430), nu geschreven door Arij Turf. Ook in dit pamflet kreeg dominee Dirk Cluwen
van Sluipwijk het zwaar voor de kiezen.
14 Vliet, R. van, Eiie Luzac (1721-1796). Boekverkoper van de Verlichting (Nijmegen 2005),
637. Het betrof hier een lokaal verbod. Van een verbod buiten Leiden (bijvoorbeeld in Gouda)
De auteur snijdt in zijn pamflet moeilijke thema's aan, zoals de intellectuele pen-
nenstrijd uit de jaren '60 en '70 (de zogenaamde socratische oorlog}, veronderstelt
dat zijn lezers bekend zijn met allerlei details uit de vaderlandse geschiedenis, en
somt ook enige verboden boeken en pamfletten op (een zelfs met een Franse titel).
Dit alles zal, zelfs toen niet, door iemand uit het grauw of gemeen zijn begrepen,
als men al kon lezen.12 Het pamflet is primair bedoeld om gelezen te worden door
de patriotten, precies zoals de titel ook zegt.
De publicatie sloot aan op andere pamfletten die al eerder in Leiden waren versche
nen. In de volgende paragraaf komen deze Leidse pamfletten aan de orde. In 1785
en 1786 verschenen twee vervolgen, die er min of meer mee samenhingen.13 Het
pamflet Iets voor de Patriotten kan daarom beter worden ingepast in het bredere
kader van de felle pamflettenoorlog, zoals die in de jaren '80 van de achttiende
eeuw woedde.
Die pamflettenoorlog werd gevoerd door allerhande, al dan niet anonieme, (brood-)
schrijvers, publicisten, redacteuren, uitgevers, boekverkopers, dominees, studenten,
hoogleraren, en meer van dat soort personen. Zij vochten die strijd uit met inkt, en
allereerst tegen elkaar, kortom, het waren mensen die gewend waren met dit soort
strijdmiddelen en argumenten om te gaan.