G.
Alle bronnen Streekarchief Midden-Holland Gouda.
20
Jacob Barendse van Oudshoorn was overigens beslist niet de enige in die tijd die
zich, van doodslag beschuldigd, door te vluchten aan vervolging onttrok, want
steekpartijen met dodelijke afloop kwamen in die tijd veel voor. Daarbij betekende
dan het afwachten van de rechtsgang al heel snel voor de overlevende van zo'n
steekpartij de doodstraf door onthoofding. Het valt echter buiten het kader van dit
relaas om hier verder op in te gaan, omdat het hier alleen om een nogal bijzonder
geval gaat, waarbij niet alleen de overlevende van een steekpartij, maar ook dege
ne die bij dit gevecht het leven verloren had, zij het dan posthuum, gestraft werd.
RA.
OA.
DTB
Rechterlijk Archief
Oud Archief
Doop en Trouwboeken St. Jan
Gaardersarchief Overledenen
De schepenen waren heel wat milder met hun vonnis, vooral ook omdat vrienden
van Jacob Barendse van Oudshoorn voor hem gepleit hadden. Zij stelden de ver-
banningstermijn op vijfentwintig achtereenvolgende jaren, maar, als hij binnen die
termijn toch terug zou komen, hing hem wel een tuchthuisstraf van vijfentwintig
jaar boven het hoofd. Verder beslisten de schepenen dan nog dat zijn goederen niet
verbeurd verklaard zouden worden, maar dat hij wel aansprakelijk was voor de
rechts- en proceskosten.8
Een betrekkelijk mild vonnis dus, voor die tijd dan, maar toch zeker geen vonnis dat
Van Oudshoorn zou doen besluiten om blijvend naar Gouda terug te keren. Voor
zover het is na te gaan deed hij dat ook niet, ook niet na vijfentwintig jaar. Hierbij
kan dan wel het feit hebben meegespeeld, dat de vrouw met wie hij in 1716 ge
trouwd was, genaamd Claartje Ariens van der Schelp,9 in 1731 in Gouda overleed.10
Ook in die tijd kon hij dat, waar ook verblijvend, op een of andere manier te weten
zijn gekomen.
8 RA 180. fol. 13 v.
9 DTB 20 a. fol. 186
10 G. 7a. 23-2-1731