Ploerten, fielten, omgekeerde Arminiaanen, vuile
Roomschgezinden en andere Goudsche Helden
Correctie/aanvulling op:
Wim Knoops
in: De Schatkamer 2007-3
Dan is nog een betere tekst (correctie) van voetnoot 157. De nieuwe tekst is:
21
Het kopje op blz. 81 moet zijn: Nadere verklaring van voetnoot 35 (13 was uit de
oorspronkelijke tekst, maar door de opmaak is de nummering verschoven)
Mr. Pieter Cornets de Groot (1739-1786), raad in de vroedschap van Rotterdam, en
baljuw en dijkgraaf van Schieland. Binnen de raad werd hij gerekend tot de prins
gezinde fractie; dit zal zijn negatieve oordeel zeker hebben bepaald. Hazewinkel,
Geschiedenis van Rotterdam (deel 1), 349; 361. Het baljuwschap van Schieland
(waaronder o.a. de dorpen Zevenhuizen en Moerkapelle vielen) behoorde vanaf
1576 aan de stad Rotterdam, wat tot gevolg had dat de baljuw van Schieland door
de vroedschap van Rotterdam werd benoemd. Unger, Regeering van Rotterdam,
XXXV. Met die publieke nieuwspapieren werd welhaast zeker een orangistische
krant bedoeld, want E.F.G. merkt aan het slot van zijn Posf-artikel glashard op: Ik
kan u verzekeren, dat alles conform is met de allerzuiverste waarheid en zoda
nig opgesteid ais het gebeurd is; dewijl ik daarvan voor het grootste gedeelte oog
getuigen geweest ben, en het overige door zeer geloofwaardige Heden mij verhaald
is (d.w.z.: Van Rees?). Deze orangistische krant kon niet worden achterhaald; in
ieder geval vindt men het volledige artikel ook overgenomen en afgedrukt in de NNJ
van juni 1784, pp. 1140-1141.
Literatuur:
- Hazewinkel, H.C., Geschiedenis van Rotterdam. Deel 1 (Amsterdam 1940).
- Nieuwe Nededandsche Jaarboeken (1784).
- De Post van den Neder-Rhijn (1784).
- Unger, J.H.W., De Regeering van Rotterdam, 1328-1892 (Rotterdam 1892).